De historicus, Ariel Toaff, onderzoekt in zijn boek ”Pasque di Sangue” de eeuwenoude aantijgingen dat Joden het bloed van geofferde christenkinderen in de wijn en het brood verwerkten die met het Joodse paasfeest genuttigd werden.Die verdenkingen resulteerden indertijd in martelpraktijken en executies van Joden en hun vervolging via schijnprocessen. Historici zijn het er nog altijd niet over eens of de offerpraktijken daadwerkelijk plaatsgevonden hebben. De belangrijkste bewijzen bestaan namelijk uit de door marteling verkregen bekentenissen van Joden die van rituele moord waren beschuldigd.

Toaff zegt in zijn boek dat sommige van die rituele moorden werkelijk hebben plaatsgevonden en dat ze zijn gepleegd door Duitse Asjkenazische Joden in Italië als vergelding voor wreedheden van christenen.

Zondag liet de Bar-Ilan universiteit in Tel Aviv, waar Toaff doceert, weten dat de historicus gevraagd zal worden om de resultaten van het onderzoek nader te verklaren. In een interview ontkende Toaff vrijdag dat hij heeft gesuggereerd dat de rituele offers werkelijk hebben plaatsgevonden.

Toaffs boek is vlak na uitgifte door de kleine Joodse gemeenschap in Italië veroordeeld, uit angst dat het werk antisemitische sympathieën aanwakkert. De schok die het boek in Italië teweegbracht, komt deels doordat Ariel Toaff de zoon is van Elio Toaff, een prominente Italiaanse rabbijn. Elio verwelkomde twee decennia geleden de toenmalige paus Johannes Paulus II in de Romeinse synagoge en verbeterde daarmee de verstandhouding tussen Joden en rooms-katholieken na eeuwen van spanning tussen de religies.