Hoogleraar: Niet elk trauma is PTSS
UTRECHT - Praten over trauma’s is praten over een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Toch hebben verhoudingsgewijs weinig mensen met een trauma PTSS.
Dat betoogde prof. dr. Rolf J. Kleber vrijdagmiddag aan de Universiteit Utrecht in zijn oratie als bijzonder hoogleraar psychotraumatologie. „In de jaren zestig en zeventig werd weinig geschreven over de gevolgen van rampen, oorlog en geweld, maar omstreeks 1980 kantelde die belangstelling met de introductie van het begrip PTSS. Er ontstond een geleidelijke en later zelfs explosieve groei in onderzoek en hulpverlening die tot op de dag van vandaag duurt”, aldus Kleber.Praten over trauma’s is populair, stelt de hoogleraar, onder andere door het feit dat „trauma’s de grenzen van onze vermogens laten zien. Er gebeurt iets dat niet te beheersen valt en we leven juist in een cultuur waarin het streven naar controle overheersend is. Traumatische ervaringen tarten dit streven.”
De traumaliteratuur is volgens Kleber „vergeven van het PTSS-concept”, maar „relatief weinig mensen” met een trauma hebben PTSS. De hoogleraar gaat uit van 10 procent. Hij kritiseert het veelvuldig gebruik van het PTSS-concept in wetenschappelijk onderzoek en hulpverlening. „Sommige mensen met een trauma krijgen geen PTSS, maar een andere stoornis, bijvoorbeeld een depressie. Daarnaast is het de vraag of PTSS de psychische problemen na een langdurige traumatische ervaring, bijvoorbeeld oorlog of mishandeling, voldoende dekt.”