Dat constateert de Amerikaanse auteur Arthur Brooks in zijn nieuwe boek ”Who Really Cares. The Surprising Truth About Compassionate Conservatism” (Wie er echt zorgt. De verbazingwekkende waarheid over betrokken conservatisme).Brooks, die als politiek deskundige regelmatig bijdragen levert aan de Wall Street Journal, beschrijft in zijn boek de „liefdadigheidskloof tussen rechts en links.” Jarenlang onderzocht hij het gedrag van conservatieven en liberalen waar het gaat om hun staan in de samenleving.

Brooks begon zijn onderzoek naar eigen zeggen in de verwachting dat hij bewijs zou vinden voor de wijdverbreide gedachte dat liberalen de meest genereuze groep in Amerika vormen. Hij kwam er echter achter dat het tegenovergestelde het geval is. Zo bleken gezinnen met „een conservatief aan het hoofd” 30 procent meer geld aan goede doelen te besteden dan gezinnen met „een liberaal aan het hoofd”, ondanks dat de eersten 6 procent minder verdienen. Een godsdienstige opvoeding speelt hier een sleutelrol, aldus Brooks volgens de nieuwssite onenewsnow.com.

De auteur concludeert ook dat mensen die actief zijn op het gebied van liefdadigheid gemiddeld gelukkiger en welvarender zijn dan zij die dit niet zijn.

In Nederland kwamen het Sociaal en Cultureel Planbureau en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid recent tot vergelijkbare conclusies.