Religieus erfgoed
Er is geen kerkbestuur dat er op zit te wachten, maar helaas dwingt de realiteit soms om na te denken over een nieuwe bestemming voor het kerkgebouw. Wie denkt dat het in zulke gevallen gaat over gemeenten in een klein aantal grote steden, waar de kerken steeds verder ontvolken, heeft het mis. Ook middelgrote en zelfs kleine kerkelijke gemeenten krijgen soms de vraag op tafel wat er moet gebeuren met het kerkgebouw dat een te zware financiële last is geworden.
Er is een aantal mogelijkheden. De gemeente kan de kerk verkopen aan een projectontwikkelaar, die er vervolgens bijvoorbeeld appartementen in bouwt. Ook kan besloten worden de kerk wel voor de zondagse diensten te blijven gebruiken, maar het gebouw doordeweeks te verhuren voor andere activiteiten.Dat laatste lijkt een mooie oplossing. Heel duidelijk moet dan wel zijn wie de kerk gaat huren, en onder welke voorwaarden. In De Telegraaf stond vorige week een artikel over een modeshow in de Amsterdamse Westerkerk. Dat bedehuis is op zondag nog steeds in gebruik voor de eredienst. De krant bleek lyrisch over het feit dat de modellen voor het oog van vele honderden modeliefhebbers kleding showden onder de klanken van de Messiah van Händel en Bachs Weihnachtsoratorium. Natuurlijk, dankzij de inkomsten uit verhuur voor onder andere zo’n activiteit kan het kerkgebouw voor de gemeente behouden blijven. Maar het hoeft geen betoog dat dit doel in ieder geval niet dít middel heiligt.
Niet altijd is het verlaten van een monumentale kerk een teken van neergaand tij in de gemeente. Er zijn ook gemeenten die uit hun oude kerkgebouw groeien en daarom een nieuw, ruimer onderkomen zoeken.
Daarbij mag de vraag best eens worden gesteld of niet te snel de keuze valt op een hypermodern gebouw aan de rand van dorp of stad. Gekeken naar de exploitatiekosten, kan dat natuurlijk relatief goedkoop zijn. En inderdaad is bij zo’n kerk meer parkeerruimte dan in het centrum of de binnenstad het geval is. Maar is daarmee alles gezegd? Heeft een kerkgebouw ook niet een boodschap voor de omgeving? Is de vlucht naar een wijk in de periferie van dorp of stad soms ook niet symptomatisch voor het feit dat er in de christelijke gemeente weinig oog meer is voor hen die -letterlijk en figuurlijk- buiten zijn?
In Museum Catharijneconvent was gisteren een symposium over de herbestemming van religieus erfgoed. Dit naar aanleiding van een door Europa reizende tentoonstelling over kloosters en hergebruik van kloosters en abdijen die hun oorspronkelijke functie verloren hebben. Het Catharijneconvent, ooit zelf een klooster, is een mooi voorbeeld van een gebouw dat niet meer zijn oorspronkelijke bestemming heeft, maar waarmee wel respectvol is omgegaan. Juist ook omdat de overheid het belang inzag van het behoud van dit gebouw in de Utrechtse binnenstad, kon het gered worden van de slopershamer.
Bewaren en koesteren van onze kerkelijke monumenten is een taak die de overheid terecht serieus moet nemen. Het kan toch niet zo zijn dat voor allerlei culturele activiteiten forse subsidies beschikbaar zijn, terwijl onze monumenten verpieteren en verpauperen? De nieuw te vormen regeringsploeg heeft al de naam een ”investeringskabinet” te zijn. Laat het ook geld steken in behoud van religieus erfgoed.