Kok rijdt auto in de soep
HOEVELAKEN - Auto’s glibberen op de snelweg over een karrenspoor in de sneeuw. De vlokken blijven vallen. Onafgebroken. De klappen kunnen niet uitblijven. In Nieuw Millingen rijdt een kok zijn auto in de soep.
Nederland zette zich donderdag schrap. Niet eerder deze winter viel er zo veel sneeuw. Met alle gevolgen van dien. Alleen al in de omgeving van klaverblad Hoevelaken moesten twaalf auto’s worden afgevoerd. Gedeukt, gebutst, gecrasht.Gladheid betekent gouden tijden voor bergingsbedrijven. Bij de telefooncentrale van Smink in Hoevelaken wacht Niels Roersen op de volgende klapper. De planner heeft uit voorzorg drie man extra ingezet. „Normaal kunnen we het aan met z’n vijven.”
Het modern geoutilleerde bergingsbedrijf beschikt over 23 vrachtwagens en 42 man personeel. Dertien bergingsvoertuigen staan paraat om problemen op de weg op te lossen. Smink is qua bergingen actief op de A1 tussen Baarn en Kootwijk en de A28 tussen Nijkerk en Soesterberg.
Ondanks de smak sneeuw, blijft het redelijk rustig. Roersen vermoedt dat automobilisten het weeralarm ter harte hebben genomen en hun rijgedrag aangepast. „Veel mensen hebben ook vrijgenomen.” Het aantal ongelukken met vrachtwagens was donderdag zelfs minder dan normaal.
De Verzekeraarshulpdienst (VHD) kreeg donderdag in totaal 650 schademeldingen na ongevallen in het verkeer. Dat is anderhalf keer zo veel als op een normale dag. Een woordvoerder van de VHD sprak van een „lichte verhoging.”
De telefoon rinkelt. De alarmcentrale van Eurocross vraagt Smink om hulpverlening voor een gestrand voertuig in Stroe. „Het lijkt ernstig.” Mark van Essen klimt aan boord van zijn Mercedes Atego, een dubbeldeks bergingsvoertuig. De sneeuw is inmiddels overgegaan in regen. De snelweg is schoon.
Met 120 kilometer per uur jakkert de chauffeur met zijn vrachtwagen over de A1. De maximumsnelheid ligt op 80 kilometer. „’k Mag eigenlijk niet zo hard”, grijnst Van Essen. „Maar het moet van de baas. We moeten de aanrijtijd van twintig minuten halen.”
Bergingsvoertuigen zijn vrijgesteld van snelheidsbegrenzers. „Toch mogen we niet te hard rijden. Heel krom.” Een eventuele boete is voor de baas. „We sturen de prent op met een begeleidend briefje. Dan wordt-ie verscheurd.”
Het VDO Dayton navigatiesysteem laat van zich horen. „U nadert de afrit.” Van Essen mindert vaart. „Afritten zijn vaak slecht gestrooid. Linke soep.” De baan naar boven vertoont inderdaad sporen van natte, grijze blubber.
Het sneeuwslachtoffer is gestrand op de Wolweg, aldus de melding. „Ter hoogte van de kazerne.” Van Essen kijkt moeilijk. „Het stikt hier van de kazernes.” Iets verderop staat een groen camouflagepak in de witte sneeuw.
De militair heeft hardhandig kennisgemaakt met een paaltje bij de poort. „Ik voelde de voorwielen wegglijden in de platgereden sneeuw”, vertelt de beteuterde soldaat uit Venlo. „Ik trok nog aan de handrem, maar dat hielp ook niet meer.” De linker voorband is aan flarden.
Het monteren van het reservewiel biedt geen uitkomst. „Ik ben net van Nieuw Millingen hier naar Stroe gereden, maar de auto zwabbert over de weg.” Door de klap is de Seat Ibiza TDi van Peters onbestuurbaar geworden. „De stuurstang is krom.”
Van Essen laat de laadvloer van zijn bergingsvoertuig naar beneden zakken en rijdt de zwarte Seat erop. De militair moet mee. Peters is kok. Dagelijks kookt hij voor 800 tot 1000 manschappen. Maar nu even niet. De sneeuw gooit roet in het eten.