Publiek comfort
Het is treurig gesteld met wat je het publieke comfort zou kunnen noemen. Een wat vaag begrip misschien, maar het gaat om heel concrete dingen. Bijvoorbeeld dat je tegenwoordig soms lang kunt zoeken voordat je een (werkende) telefooncel hebt gevonden. Dat TNT het voornemen heeft om onrendabele brievenbussen op te heffen. Dat NS het aantal wc’s in Koplopers willen halveren. Dat het aantal levensmiddelenwinkels en bankfilialen de afgelopen jaren flink is teruggelopen. En -van een heel andere orde- dat postorderbedrijf Wehkamp de bestelkaart heeft afgeschaft: klanten kunnen alleen nog bestellen via internet of via de telefoon. De recente ophef over het verdwijnen van de papieren acceptgiro valt in dezelfde categorie.
Commercieel gezien wellicht allemaal begrijpelijk, maar je kunt je als individu behoorlijk gedupeerd voelen als je hardhandig tot de ontdekking komt dat bepaalde voorzieningen of vormen van dienstverlening opeens niet meer bestaan. En dat overkomt met name mensen die minder mobiel zijn en niet kunnen uitwijken naar een alternatief. Of aan wie de digitale revolutie van de afgelopen jaren voorbij is gegaan.Want de teloorgang van het publieke comfort heeft onder andere te maken met de brede inburgering van apparaten die zorgen voor een toename van het privécomfort. De computer is in snel tempo gemeengoed geworden. Hetzelfde geldt voor de mobiele telefoon: na de jongere generaties zijn ook veel ouderen inmiddels bezweken voor het gemak van zo’n apparaatje. Er zijn zelfs speciale modellen voor senioren op de markt. Die zijn wat eenvoudiger te bedienen en hebben niet van die priegelige toetsjes.
Het is eigenlijk onontkoombaar dat de opmars van deze apparaten niet zonder gevolgen blijft. Het aantal openbare telefooncellen is bijvoorbeeld de afgelopen jaren gekelderd. Ze worden gewoon veel minder gebruikt, omdat steeds meer mensen zelf een telefoontje bij zich hebben. Maar die ontwikkeling heeft wel tot gevolg dat iemand die géén mobiele telefoon heeft (of hem thuis heeft laten liggen) een probleem heeft als er buiten de deur noodzakelijk een telefoontje moet worden gepleegd. Bijvoorbeeld om politie of brandweer te waarschuwen, of om ergens in de provincie de Wegenwacht te alarmeren. Je kunt drie dingen doen: hopen op een voorbijganger met een mobiele telefoon, ergens aanbellen om te vragen of je even mag telefoneren, óf op zoek gaan naar een van de steeds dunner gezaaide telefooncellen.
Ter geruststelling: sommige voorzieningen zullen niet zomaar verdwijnen. Voor telefooncellen en brievenbussen geldt dat er sprake is van een wettelijke ondergrens. KPN is verplicht om per woonkern van minimaal 5000 inwoners een telefooncel te handhaven. De wet schrijft TNT voor dat er in woonkernen van ten minste 5000 inwoners binnen 500 meter een brievenbus beschikbaar moet zijn. In dunner bevolkte gebieden dient er binnen een straal van 2,5 kilometer een brievenbus te staan.
Publiek comfort (II)
In veel huishoudens is de computer inmiddels voorzien van een multifunctionele printer, waarmee ook kan worden gefaxt, gekopieerd en gescand. En anders staat er op de zaak wellicht wel zo’n apparaat, waarvan op beperkte schaal ook voor privédoeleinden gebruik mag worden gemaakt. Ook die ontwikkeling blijft niet zonder gevolgen.
Een jaar of tien geleden was het nog heel gewoon om met een paar dubbeltjes in de jaszak buiten de deur een kopie te maken van een belangrijke brief of bijvoorbeeld belastingformulieren. Maar wie anno 2007 met een mapje te kopiëren papieren (groot formaat) naar een middelgrote stad afreist, loopt kans onverrichter zake weer naar huis te gaan. Ondernemers zien er blijken er geen brood meer in om deze vorm van service aan te bieden.
Een van de eerste pogingen, in een supermarkt, lijkt in eerste instantie succes te hebben. Maar bij nader inzien is deze machine niet geschikt voor A3-papier: de helft van de glasplaat is afgeplakt met een grote handleiding. HEMA lijkt een logische tweede keuze. Maar daar is geen kopieerapparaat te vinden. Misschien bij de buren: een nog groter warenhuis. Als je daar bij de klantenservice informeert waar je een kopieerapparaat kunt vinden, veronderstelt de medewerker in eerste instantie zelfs dat je zélf zo’n apparaat wilt aanschaffen. Nadat dit misverstand is opgehelderd, blijkt dat deze vorm van dienstverlening ook hier niet (meer) geboden wordt. Ze weet ook geen ander adres, behalve de supermarkt in het centrum. Niet, dus. Een kopieerwinkel? Nee, die is er bij haar weten niet. „Ik zou in de stad echt geen kopieerapparaat weten.”
De oplossing wordt uiteindelijk gevonden op een niet direct commerciële locatie: een bibliotheek.
Opvallend product gezien? Slachtoffer van verkoopgeweld? Beetgenomen door een fabrikant? Nieuwe trend gesignaleerd? Meld het via de elektronische postbus andersnogiets@refdag.nl.