Na de banjir vecht Jakarta tegen de bacteriën
JAKARTA - De strijd tegen het water in de Indonesische hoofdstad Jakarta wordt steeds meer een strijd tegen dodelijke aandoeningen als diarree en cholera. Schoon drinkwater is daarvoor een eerste vereiste, maar juist daaraan is te midden van de watervloed een groot tekort.
Hulpverlener Johan Kieft zat woensdagmiddag lange tijd muurvast in het verkeer in de ondergelopen straten van Jakarta, en zodoende had hij alle tijd voor een telefonisch contact met Nederland. Al sinds 1967 is zijn werkgever Care actief in Indonesië. Momenteel werken zo’n 1450 medewerkers verspreid over de archipel aan gezondheidszorg, milieubehoud, noodhulp, ramppreventie en watervoorziening. Met dat laatste houdt Kieft zich deze dagen het meest bezig in Jakarta, dat de gevolgen ondervindt van een kolossale banjir (overstroming).Kiefts werkterrein is het district Tangerang in het westen van de hoofdstad, onder de rook van de internationale luchthaven. De afgelopen dagen vielen daar 47 doden en raakten 200.000 mensen hun huizen kwijt. Care heeft er zeventig tot tachtig mensen ingezet, vrijwel allemaal Indonesiërs -Kieft is een van de twee buitenlanders.
Tangerang telt bijna 5 miljoen inwoners, het merendeel daarvan is straatarm. De bevolking werd er in 1997 keihard getroffen door ”krismon”, de financiële crisis die een jaar later leidde tot de val van president Suharto. Veel mensen raakten werkloos doordat de industrie in de jaren daarna werd verplaatst naar China en Vietnam.
Drinkwater
Schoon drinkwater, dat is waar Kieft zich ten behoeve van deze armoedzaaiers druk om maakt, nu hun leven extra zwaar is geworden als gevolg van de hevige regenval. „Schoon water was altijd al een probleem in Jakarta, maar als gevolg van de overstromingen is het allemaal nog problematischer. Smerig water is een van de grootste veroorzakers van ziekten als diarree en cholera.”
Om die te voorkomen delen Kieft en zijn collega’s aan de mensen chlooroplossingen uit, die ze door het water moeten mengen zodat het vrij wordt van schadelijke bacteriën. „Vooral daar waar gaarkeukens zijn en veel met water gekookt wordt, zorgen we dat die chlooroplossing in het water komt.
Veel water wordt nu via vrachtwagens bij de mensen gebracht, maar toch wordt er ook nog veel water uit verontreinigde tappunten gehaald, dat vervolgens ook nog eens onvoldoende intensief wordt gekookt.”
Te midden van de allerarmsten van Tangerang richt Care zich speciaal op moeders met kinderen en zwangere vrouwen. Ze krijgen een pakket uitgedeeld met daarin onder meer zeep, shampoo en… een deken. Dat laatste lijkt bij de tropische temperaturen van Jakarta een wat overbodig geschenk, maar, zegt Kieft, het is een adequaat middel tegen muggen. „Klamboes zijn nu eenmaal lastig op te hangen in opvangcentra.”
De opvang door de stedelijke autoriteiten had van hem trouwens wel wat efficiënter gemogen. „Dat is ook een van de dingen waarop we ons in de toekomst gaan richten: dat opvangcentra beter uitgerust worden, bijvoorbeeld met medicijnen, toiletten en watertanks.
Het is daar nu een geïmproviseer van jewelste. Mensen die hun huizen zijn kwijtgeraakt komen massaal naar een moskee of een school en zitten daar boven op elkaar zonder de nodige faciliteiten. Dat veroorzaakt een ontzettend groot gezondheidsrisico, vooral als je bedenkt dat vlak voor de overstromingen er dengue en vogelgriep de kop opstaken.”
Saamhorigheid
Kieft is vol lof over de zelfredzaamheid en saamhorigheid onder de bevolking. „Allerlei religieuze organisaties, politieke partijen, vakbonden en bedrijven zamelen voedsel en geld in, iedereen helpt mee.”
Dat er sprake is van hogere prijzen voor voedsel en andere levensmiddelen komt volgens hem niet door woekerpraktijken van profiteurs. „Ze houden verband met de schaarste die is ontstaan doordat de haven van de hoofdstad een aantal dagen door het overtollige water geblokkeerd is geweest.”
Behalve over het verlenen van directe noodhulp denkt Care ook na over de vervolgfase: mensen die alles zijn kwijtgeraakt weer aan een nieuw bestaan helpen. Voor degenen die een eigen tokootje (winkeltje) hadden, is een kleine subsidie beschikbaar, op voorwaarde dat er een businessplan wordt ingediend.
Bij het plannen van een droge toekomst hoort ook het nemen van preventieve maatregelen, en uit de voorbeelden die Kieft geeft, blijkt dat je met simpele zaken al veel kunt winnen. „Een zo’n maatregel is dat mensen die risico lopen ervoor gaan zorgen dat ze hun spulletjes snel hogerop kunnen brengen. Wie een winkeltje heeft moet zorgen dat hij of zij de voorraad vlug naar een tweede of derde verdieping kan brengen, of die moet met de buren afspreken dat er een gemeenschappelijke droge plek komt waar eigendommen tijdelijk kunnen worden opgeslagen.
Verder is het van belang dat mensen beter geïnformeerd worden over wanneer het gaat regenen en hoe hard het tekeer zal gaan.”
Wat dat laatste punt betreft zijn de eerste stappen woensdag gezet. De Jakarta Post meldde dat Japan weervoorspellingsapparatuur gaat leveren en installeren op verschillende plekken in de stad.