In 1996 was dat aandeel van de bevolking 51 procent en in 2006 61 procent.Toch is het aantal vroegtijdige schoolverlaters en achterstandsleerlingen vergeleken met de andere grote steden relatief een stuk groter, zo blijkt uit de Rotterdamse Onderwijs Monitor die woensdag is gepresenteerd.

De gemeente lijkt nu langzaam garen te spinnen bij de extra investeringen in het onderwijs. Wethouder Onderwijs Geluk vindt het een goede ontwikkeling dat steeds meer Rotterdammers beter zijn opgeleid. „Maar we zijn er nog lang niet.”

Het aantal voorscholen, scholen voor vooral leerlingen met een taalachterstand, is toegenomen. Hierdoor is de overstap naar de basisschool een stuk minder groot en ook hun ouders worden hiermee bereikt. In het basisonderwijs zijn ondanks de voorschool de resultaten van de Rotterdamse leerlingen nog steeds lager dan het landelijke gemiddelde.

De belangrijkste oorzaak is het relatief hoge aandeel leerlingen met een allochtone achtergrond. Uit het onderzoek blijkt dat hier langzaam een kentering in komt met de groei van het aantal allochtone ouders dat hoger is opgeleid.

In het middelbaar onderwijs kiezen steeds meer Rotterdamse leerlingen op het vmbo voor een beroepsgerichte studie. Al leidt dat niet tot meer schoolverlaters met een betaalde baan. Hier is zelfs een daling te zien.