Boekenweek blaast bruggen op
AMSTERDAM - Nederlandse en Turkse cultuur reiken elkaar de hand in het Boekenweekgeschenk van dit jaar, ”De Brug” van Geert Mak. Maar het thema van de Boekenweek, ”Lof der zotheid”, blijkt voor sommige schrijvers juist een uitnodiging om bruggen te ondermijnen, om te spotten met wat anderen heilig is.
De komende Boekenweek, die dinsdag in de Nieuwe Kerk in Amsterdam aan de pers werd gepresenteerd, zal in het teken staan van „scherts, satire en ironie.” Erg ludiek ging het er echter tijdens de bijeenkomst niet aan toe. De belangrijkste bijdragen kwamen van twee serieuze, oudere heren, die het woord voerden voor een devoot publiek. Eerst een genoeglijk voortkabbelende Geert Mak over zijn Boekenweekgeschenk, daarna een diepzinnig-scherpe Kees Fens over zijn Boekenweekessay.Het Boekenweekgeschenk verschijnt dit jaar behalve in het Nederlands ook in het Turks, omdat het verhaal zich afspeelt in Istanbul. Volgens de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) is de oplage van het boekje in het Nederlands 890.000 exemplaren, in het Turks 20.000. Iedereen die in de Boekenweek -tussen 14 en 24 maart- voor meer dan 11,50 euro aan boeken koopt of betalend lid wordt van de bibliotheek, krijgt het.
Opmerkelijk is dat het Boekenweekgeschenk deze keer een non-fictieverhaal is, van het genre waarin Geert Mak zijn sporen verdiend heeft. „Dit boek is een reisverhaal over een reis van een dikke 500 meter: de Galatabrug”, aldus de auteur. Hij beschrijft de mensen die iedere dag op die brug in Istanbul te vinden zijn: de vissers, de straatverkopers, de zakkenrollers, de vrouwen die voor hun dochters betere kansen willen dan ze zelf gehad hebben. „Ze leggen allemaal hun hoop bij de kinderen. In Turkije is een inhaalslag gaande. Het aantal studenten vliegt omhoog, ook onder vrouwen. Op ’mijn’ brug weerspiegelt zich dat.”
Daarmee nestelt een tweede thema zich geruisloos naast het officiële boekenweekthema. Niet alleen gaat het verhaal van Geert Mak over Istanbul en de Turkse cultuur, de affiches voor de Boekenweek zijn ontworpen door de Iraanse kunstenaar Reza Abedini en vertonen de invloed van zijn land van herkomst. Tijdens de persconferentie worden er bovendien Turkse hapjes gepresenteerd, geheel passend bij de sfeer in de Nieuwe Kerk, waar juist de tentoonstelling ”Istanbul. De stad en de sultan” in volle gang is. Blijkbaar is de CPNB volop bezig met bruggen slaan naar andere culturen.
Schril contrast met al die verbroedering vormt dan de komisch bedoelde bijdrage van het schrijverstrio Martin Bril, Ronald Giphart en Bart Chabot - kennelijk bedoeld om de bijeenkomst meer in de sfeer van de verplichte ”Lof der zotheid” te trekken. De drie schrijvers passen er bij deze gelegenheid voor om Turken, moslims of moskeeën tot mikpunt van spot te nemen. In plaats daarvan moet de christelijke boekhandel het weer eens ontgelden, wat uitloopt in een uiterst smakeloze satire op het christelijk geloof. Het drietal eindigt met het lied ”Dank U voor deze nieuwe morgen”, als „handreiking aan de christelijke boekhandel.” Zelfs met goedkope humor heeft dat weinig meer te maken, het is alleen maar kwetsend voor wie wél betekenis hecht aan geloof en gebed.
Kees Fens, schrijver van het Boekenweekessay ”Op weg naar het schavot”, lijkt beter te begrijpen waar het bij humor om gaat: „Ik stel me voor dat er straks tijdens de Boekenweek een wolk van gelach boven het land hangt. Maar het lijkt me veel mooier als het stil blijft: het hele land kan om niets lachen, nu leuk worden verplicht is.”