Kinderen en de kerkdienst
Titel: ”Komt tot Mij”
Auteur: Andrea van Hartingsveldt-Moree; deel 4 in de serie ”Komt kinderen!”
Uitgeverij: De Banier, Utrecht, 2006
ISBN 90 336 0713 1
Pagina’s: 72
Prijs: € 12,75.
Waarom ga je naar de kerk? Wat gebeurt er in de kerk? Andrea van Hartingsveldt-Moree wil in ”Komt tot Mij” ouders helpen deze vragen met hun kind te bespreken. De auteur bespreekt in dit fris ogend boekje verschillende aspecten van een kerkdienst. Handig in het gebruik is dat elke bladzijde een aspect beschrijft. Boven elke bladzijde staat een verwijzing naar een Bijbelgedeelte waarin het behandelde onderwerp naar voren komt, en een psalm die erbij past.
Veelal staat in de uitleg een voor kinderen herkenbaar voorbeeld uit het dagelijks leven, een verklaring van Bijbelse gegevens, een lijn naar een aspect van de kerkdienst en een lijn naar het kinderhart.
Ouders kunnen, nadat het stukje is gelezen en besproken, de vragen die erbij staan met de kinderen doornemen. De denkvraag legt meestal een verbinding met het persoonlijke leven.
Op elke bladzijde staat een gekleurde illustratie die de kern van het onderwerp weergeeft. De illustratie lokt uit tot gesprek en biedt de mogelijkheid de inhoud op een andere manier aan de orde te stellen.
Het boekje richt zich op kinderen die zelfstandig de Bijbel kunnen lezen. Ze krijgen het advies een stukje uit de Bijbel te lezen als voorbereiding op de kerkdienst.
Positief is dat de auteur de betrokkenheid van de kinderen bij de kerkdienst wil verhogen door ze regelmatig de opdracht te geven op een aspect van een dienst te letten. „Zeg de twaalf artikelen in gedachten maar mee als ze zondag worden voorgelezen.”
Het aanspreken van de kinderen heeft op verschillende wijze plaats. Zowel het werk van God in het bekeren van kinderen („Hij zoekt mensen en kinderen die last hebben van hun zonden”) als de oproep tot bekering komt voor („Hij wil dat je je bekeert en dat je in Hem gelooft”). De nadruk ligt wel op het eerste.
Sommige gedeelten vragen wat toelichting. In het hoofdstukje ”Het huis van God” staat dat de Heere in de hemel, in de harten van Zijn kinderen en in de kerk woont. Door goed te kijken, goed te luisteren en goed mee te doen, kunnen kinderen merken dat de Heere in de kerk is. Ook de opmerking dat de wet op de Heere Jezus wijst, heeft verduidelijking nodig.
Waardevol is het stukje ”Praten over de preek”. Zoals Andreas thuis tegen zijn broer Simon over de preken vertelt die hij gehoord heeft, zo moet ook in het gezin over de preek nagesproken worden. Niet om lelijke dingen te zeggen over de preek of over de ambtsdrager, maar om met elkaar te praten over wat de preek voor ons betekent en om elkaar aan te sporen de Heere Jezus te zoeken.
Volgens de auteur kunnen ook leerkrachten en catecheten gebruikmaken van dit boekje. Zij moeten er wel rekening mee houden dat niet in alle kerkverbanden de liturgie plaatsheeft zoals dit boekje beschrijft. De tussenzang bijvoorbeeld wordt niet in elk kerkverband gehouden. De auteur vermeldt overigens wel dat er kleine verschillen kunnen zijn in de liturgie.
Ook dit vierde deel uit de serie ”Komt kinderen!” is een bruikbare handreiking bij de godsdienstige opvoeding.