Kabinetsformatie van stap tot stap
DEN HAAG - Nu de onderhandelaars van CDA, PvdA en ChristenUnie een regeerakkoord hebben gesloten, is een van de belangrijkste fases van de kabinetsformatie achter de rug. CDA, PvdA en ChristenUnie gaan definitief met elkaar verder. Welke stappen hebben ze gezet en welke komen nog?
VERKENNENDE FASE: Het formatieproces startte op 25 november vorig jaar. Drie dagen na de verkiezingen benoemde de koningin CDA’er Hoekstra tot informateur. Hij moest onderzoeken welke coalitie er mogelijk is. Afgaande op de verkiezingsuitslag bekeek Hoekstra eerst of CDA, PvdA en SP er samen uit zouden kunnen komen. Die poging mislukte omdat de verschillen tussen CDA en SP volgens Hoekstra „talrijk, zwaar en op onderdelen fundamenteel van aard” bleken te zijn. Er was „onvoldoende vertrouwen en perspectief” om zo door te gaan.Hoekstra stuurde vervolgens aan op een kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie. Die combinatie bleek meer kans van slagen te hebben.
INFORMATIEFASE: De kabinetsformatie ging op 20 december vorig jaar een nieuwe fase in toen CDA’er Wijffels zijn partijgenoot Hoekstra afloste. De fractievoorzitters Balkenende (CDA), Bos (PvdA) en Rouvoet (ChristenUnie) begonnen op 3 januari onder zijn leiding aan de onderhandelingen. Ze deden dat achtereenvolgens in het Friese Beetsterzwaag, het Haagse Catshuis, de Zwaluwenberg in Hilversum en weer in het Catshuis. Ver weg van de media en het Haagse politieke gewoel om met elkaar in alle rust een band op te bouwen en een regeerakkoord op te stellen.
De fractievoorzitters lieten zich bijstaan door CDA’er Verhagen, PvdA’er Tichelaar en CU’er Slob. Uit het overleg kwam nagenoeg niets naar buiten. Betrokkenen wilden eerst het totale plaatje rond hebben voordat ze opening van zaken gaven over de gemaakte afspraken. De onderhandelingen verliepen constructief en in een goede sfeer.
REGEERAKKOORD: Binnen een maand nadat de gesprekken begonnen, presenteren Balkenende, Bos en Rouvoet maandag het conceptregeerakkoord aan hun fracties en aan de media. Daarin staat welke plannen de nieuwe regering wil uitvoeren. Ze maken dan ook het motto van het kabinet bekend. Maandag zullen de fracties zich ook over het conceptakkoord buigen. Mogelijk leidt dat nog tot nieuwe onderhandelingsrondes waarin het akkoord iets wordt bijgesteld. Ook behoort een debat in de Tweede Kamer over de formatie nog tot de mogelijkheden.
PORTEFEUILLEVERDELING: Als het regeerakkoord af is, is er nog geen nieuw kabinet. Een belangrijk punt in het formatieproces is altijd de portefeuilleverdeling: wie krijgt welke ministerspost en hoeveel ministers en staatssecretarissen mag elk van de coalitiepartners leveren?
Iedere partij wil zo veel mogelijk ministers op zo veel mogelijk belangrijk geachte ministeries hebben. Als belangrijkste departement geldt Algemene Zaken, met daaraan verbonden het premierschap. Die post gaat naar het CDA. De PvdA krijgt waarschijnlijk Financiën, een zeer gewilde post vanwege de vergaande invloed op de besluitvorming. De ChristenUnie krijgt vermoedelijk twee ministersposten en een of twee staatssecretariaten.
POPPETJES: In de laatste fase van de formatie zal informateur Wijffels worden afgelost door CDA-leider Balkenende, die als formateur -en daarmee als beoogd premier- de leiding heeft over de personele invulling van de ministerposten en staatssecretariaten. Het zoeken en benoemen van de ’poppetjes’ is feitelijk geen aparte fase, maar speelt tijdens het hele proces een rol. Partijen hebben al lang hun lijstjes met mogelijke ministers klaarliggen. Wekenlang zoemen namen rond. Nu echter wordt pas duidelijk wie welke post krijgt.
BEE¨DIGING: Rond 1 maart zal naar verwachting het nieuwe kabinet worden beëdigd. Dat is net voor de Provinciale Statenverkiezingen van 7 maart. Na de beëdiging door de koningin heeft de bekende fotosessie plaats op het bordes van Paleis Huis ten Bosch. Tijdens de eerste ministerraadsvergadering, het constituerend beraad, moet blijken of alle bewindslieden afzonderlijk en gezamenlijk het regeerakkoord voor hun rekening nemen. Aansluitend stelt het kabinet de regeringsverklaring op. Daarover volgt dan weer een Kamerdebat.