Kerk & religie

„Europa moet zich christendom herinneren”

TILBURG - Is elke verwijzing naar het christendom in een Europese grondwet ongepast? Nee, vindt dr. Antoine Bodar. Identiteit heeft niet alleen te maken met vaag correct denken van het heden maar ook met heldere kennis over het verleden. „Het belijden van God binnen het christendom heeft, in weerwil van al hetgeen uit naam daarvan als slecht en zondig is bedreven, Europa vormgegeven.”

Een grondwet die alleen put uit „culturele, religieuze en humanistische overleveringen”, kan evengoed slaan op China of India, stelde Bodar vanmiddag bij zijn aantreden als hoogleraar Christendom, cultuur en media aan de Universiteit van Tilburg. In zijn oratie ”Ik droom mij Europa” (uitg. Balans, Amsterdam) schetste hij zijn ideale Europa: een continent dat zich niet alleen de Oudheid en de Verlichting herinnert, maar óók het christendom.

Kerkredactie
2 February 2007 13:15Gewijzigd op 14 November 2020 04:29
BODAR...ware identiteit...
BODAR...ware identiteit...

De geschiedenis van Europa is doortrokken van het christendom, benadrukte hij. „Het christendom heeft Europa zijn waarden ingeprent en door zijn verenigende kracht onderscheiden volkeren en culturen tot onderlinge aanvulling samengebracht. Europa wordt opgeroepen haar ware identiteit terug te verlangen.”Deze identiteit heeft volgens Bodar een religieuze dimensie. „De religieuze bezieling is de samenhangende kracht in een cultuur. De oosterse wereld zou de westerse wereld niet als zakelijke macht, maar wel als spiritueel geheel kunnen begrijpen. In de openbare meningsvorming moet als tegenhanger van secularisering de zin voor het metafysische terugkeren.”

Bodar stelde dat de moraal van de islam die van de neo-heidense samenlevingen overtreft. In de Westerse wereld zou alleen het eigen ik de maatstaf zijn en de onderlinge afspraak de enige norm. „Om met de islamcultuur te kunnen omgaan, zullen we niet aan de Christuscultuur kunnen voorbijgaan. Door het christendom niet slechts in prikkeling af te doen, maar als gegeven in verleden en heden te aanvaarden en te verdragen, zal de geseculariseerde Europeaan ook de islam gemakkelijker begrijpen en doorzien.”

Bodar zei persoonlijk met open oren te willen luisteren naar wat moslims over de profeet Mohammed leren, „met name over zijn gewelddadigheid als stichter van de islam. Over ons christenen valt veel slechts te vertellen, maar over onze stichter Jezus de Christus alleen goeds.”

In zijn oratie voerde Bodar zijn toehoorders langs verschillende denkers over Europa, zoals Joseph Roth, Stefan Zweig, Desiderius Erasmus, Johan Huizinga, George Steiner en Winston Churchill. Hij besprak hun ideeën over Europa om uiteindelijk „als dwerg op hun schouders staand” zijn eigen ideale Europa te schetsen.

Het gedroomde Europa van Bodar is een Europa zonder nationalismen. Hij ziet vooral een rol weggelegd voor het huidige Midden-Europa om het werelddeel vanbinnenuit opnieuw gezicht te geven. „Want een gezicht van materialisme en hedonisme, van sarcasme en scepticisme -zo eigen aan het huidige Noord-West-Europa- is geen gezicht.”

Bodar: „Het door mij gedroomde Europa herinnert zich niet alleen oudheid en verlichting, maar geenszins minder het christendom - de grote schat die momenteel door nieuwe heidenen zo wordt verloochend, bespot en afgewezen. Maar dromerij is niet steeds bezijden mogelijkheid: zelfs kinderen van verstokt verlichtingsdenken, samen met kinderen van atheïstische politieke systemen van voorheen, komen erachter dat godsdienst niet uit openbaarheid is te verdringen.”

Hij verwees naar „ongelovigen” als de Amsterdamse burgemeester Cohen, die religie als publiek bindmiddel zien. En naar de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, die wijst op het belang van religie tot opbouw van de samenleving. „En dat is nog maar alleen een sociologische redenering. Want voorwaarde tot dergelijke horizontale verbinding, die alleen onderling menselijk blijft, is de verticale verbinding - de gerichtheid op God in Wie levenszin ten slotte oorsprong vindt. Elke maatschappij zou moeten voldoen aan twee grondeisen: een politieke en een metafysische.”

Antoine Bodar

Antoine Bodar (1944) is sinds 1 juli 2006 hoogleraar Christendom, cultuur en media aan de Universiteit van Tilburg. Zijn leerstoel is een initiatief van de Stichting Hieronymus, die beoogt kennis van het christelijk erfgoed in de wetenschappelijke wereld te bevorderen.

Bodar studeerde geschiedenis, kunstgeschiedenis, literatuurwetenschap en filosofie. In dat laatste vakgebied promoveerde hij in 1987 cum laude aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 1998 werkt hij aan de pauselijke universiteit Gregoriana te Rome aan een tweede proefschrift, over dogmatische theologie.
Bodar was van 1987 tot 2003 wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit Leiden voor kunstgeschiedenis en esthetica. Als priester was hij onder meer werkzaam in de jezuïetenkerk De Krijtberg in Amsterdam en –in 2003– als plebaan aan de kathedrale basiliek van Sint Jan in ‘s Hertogenbosch.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer