Minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) verzette zich onlangs tegen het vernietigen van papavervelden in de Afghaanse provincie Uruzgan, waar Nederlandse militairen actief zijn. Als boeren geen alternatief wordt geboden, zullen ze zich tegen de soldaten keren en is hun werk voor niets geweest, vreest de minister.In de media klonken daarop geluiden dat minister Kamp van Defensie het oneens zou zijn met Van Ardenne. De bewindslieden weerspraken donderdag in een Kamerdebat dat er enige tegenspraak tussen hen bestond. Beiden vinden dat de papavervelden moeten worden vernietigd, maar pas als boeren een alternatieve teelt wordt geboden en de drugsbazen worden aangepakt.

Kamp zei donderdag in hetzelfde debat dat hij er een hard hoofd in heeft dat de huidige militaire missie in Afghanistan na 2008 kan worden verlengd. De krijgsmacht heeft het zo druk, dat doorgaan op de manier zoals het nu gaat „uitsluitend een theoretische mogelijkheid” is, aldus de bewindsman.

Minister Bot van Buitenlandse Zaken meldde donderdag dat de VN vijf kantoren openen in Afghanistan, onder meer in Uruzgan. Dat heeft hij gehoord van de nieuwe VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon, die Den Haag bezocht. Zo kan de VN actiever worden in de wederopbouw, een wens van het kabinet en de Kamer.

Nederlandse troepen zijn in december vier keer in actie gekomen om de bevolking in de Afghaanse provincie Kandahar hulp te verlenen tijdens de militaire operatie Baaz Tsuka. Ze bereikten daarmee 500 families, schreef minister Kamp donderdag in antwoord op Kamervragen van GroenLinkser Peters.

Hulporganisaties zijn nog steeds in het gebied actief.