Het beste van meer werelden
Een diashow is voor mensen prima te volgen. Gemakkelijk gaan zitten, iets lekkers erbij om te knabbelen en dan plaatjes kijken. Maar worden de beelden sneller achter elkaar afgespeeld, dan geeft onze beeldverwerker er na verloop van tijd de brui aan en verworden de afzonderlijke plaatjes tot een film. In beeldkwaliteit verslaat het menselijk oog elke camera, hoe duur ook.
Een kind moet leren lopen, praten, leren zijn behoeften op daarvoor bestemde plekken te doen. Maar niemand heeft de kleine geleerd scherp te stellen, de witbalans te kiezen of de belichting te regelen. Na vele jaren bikkelen heeft de fotowereld nu toestellen met automatische witbalans en die zelf scherp kunnen stellen. De kleuren worden steeds natuurlijker, de scherpte steeds beter. Maar in één ding is de menselijke kijker nog niet geëvenaard: het dynamisch bereik.Het dynamisch bereik is het verschil tussen het felste licht -hoogste signaal- en het diepste donker -laagste signaal- dat een camera nog in detail kan weergeven. In de praktijk komt het erop neer dat een beeldchip met een groot dynamisch bereik voldoende doortekening kan registreren in schaduwplekken en tegelijk detailrijk is in de lichte partijen. Een veel gehoorde reactie op een vakantiekiekje is: „Oh, wat flets, het was veel mooier!”
Het contrast is op een zonovergoten dag erg hoog. Ons oog -al dan niet kijkend door een zonnebril- heeft daar geen enkele moeite mee, maar de camera moet een beetje van het lichtste en het donkerste weglaten om het geheel redelijk op de plaat te krijgen. De spiegelreflexen van Fujifilm die uitgerust zijn met de SuperCCD SR-beeldchip gooien op dit moment wat dynamisch bereik betreft de hoogste ogen.
Compromis
Om meer controle over zo’n situatie te hebben, kan de belichting aan de hand van het onderwerp worden vastgesteld. Door in te zoomen op het onderwerp, de belichting te meten -vaak geldt het half indrukken van de ontspanknop ook als het vasthouden van de belichting- en dan de compositie te maken, zijn we in ieder geval zeker van een correct belicht hoofdobject. Dit kan echter tot gevolg hebben dat de achtergrond uitgebeten is, of juist inktzwart.
De foto van het in gedachten verzonken meisje voor de glazen piramide laat een typisch compromis zien. De jongedame is eigenlijk iets te donker, maar was ze correct uitgelicht dan was het detail in de lichte delen van de piramide verdwenen.
Een remedie is invulflitsen. Was dit bij het meisje gebeurd, dan was ze correct belicht, maar tegelijkertijd kon ook worden volstaan met een kortere sluitertijd om de achtergrond beter getekend te krijgen. Eigenlijk is dit het enige middel, dat ook nog eens beperkt toepasbaar is; de flitser is maar over een afstand van een paar meter effectief.
Regiment
Omdat er geen andere oplossingen voorhanden zijn tijdens het schieten van de plaat, wordt het probleem aangepakt op softwaregebied. PhotoShop biedt vanouds bijvoorbeeld de methode van ”doordrukken en tegenhouden”. Hiermee zijn heel plaatselijk in de foto lichte partijen donkerder te maken en kunnen donkere partijen iets worden opgelicht. Hoewel het best aardig lijkt, helemaal opgelost wordt het probleem nooit; wat tijdens de opname aan beeldinformatie ontbreekt, kan de computer er later niet zomaar bij toveren. Het ophelderen van donkere stukken leidt dan ook tot aanzienlijke ruis.
Niet alleen op de computer, maar ook in de camera speelt software een grote rol. Vaak wordt een heel regiment aan handelingen afgewerkt voordat het uiteindelijke kiekje een plaatsje vindt op de geheugenkaart. Nikon past dan ook in steeds meer camera’s D-Lightning toe: software die probeert de donkere -onderbelichte- partijen in een foto wat bij te poetsen. Bij Sony heet het Dynamic Range Optimization, HP noemt het Adaptive Lightning. Kijk eens of uw camera het heeft, het kan een plaat net dat beetje extra geven.
Soelaas
Een methode die wel soelaas kan bieden, is het monteren van meerdere afbeeldingen tot één nieuwe. In theorie is er vrijwel geen kwaliteitsverlies, maar het procédé is wel een stukje bewerkelijker. De HDR-techniek (High Dynamic Range, oftewel hoogdynamisch bereik) neemt het beste van meerdere werelden; van het onderwerp wordt niet één foto geschoten, maar meerdere met afwijkende belichtingen. Bijvoorbeeld een normale foto, eentje die een stop onderbelicht is en een overbelichte plaat. Van de onderbelichte foto worden de stukken gebruikt die normaal te licht zouden zijn. En de overbelichte foto levert de delen die anders te donker zouden zijn.
Neem de foto van de schoorsteenpijp. Was de belichting enkel op de lucht gebaseerd, dan was de voorgrond bijna zwart. Zou echter alleen de voorgrond zijn meegenomen in de meting, dan kwam de dreigende stormlucht niet over. De inzet toont wat de camera er normaal van zou maken: een fletse lucht en alsnog een donkere voorgrond. Het resultaat na toepassen van HDR laat een plaat zien die veel dichter bij onze eigen waarneming ligt.
PhotoShop biedt vanaf de CS2-versie HDR-functionaliteit. HDRsoft (www.hdrsoft.com) heeft echter speciaal voor dit doel een programma gemaakt: Photomatix Pro. Het is ook als plug-in voor PhotoShop te gebruiken en levert over het algemeen betere resultaten dan PhotoShops ingebakken gereedschap. Hierboven werd uitgegaan van drie opnamen, maar meer is beter. Vijf plaatjes -belichtingstrapje met correcties -2, -1, 0, 1, 2- levert in Photomatix een zichtbaar beter resultaat op dan drie. Omdat meerdere kiekjes als het ware op elkaar worden gelegd, moeten ze vanaf hetzelfde punt genomen worden. Een (geïmproviseerd) statief is dan ook onontbeerlijk.