Opinie

Bakens voor het landbouwbeleid

Het is spannend rond de formatie van het nieuwe kabinet. Informatie komt echter maar mondjesmaat naar buiten. Men neemt de tijd om in alle rust een coalitie te smeden. Dat is niet onverstandig, maar in het land wordt men nieuwsgierig en ongeduldig. Wat zal er bijvoorbeeld met het landbouwbeleid gebeuren?

Dr. R. A. Jongeneel
2 February 2007 08:10Gewijzigd op 14 November 2020 04:29

Allerlei partijen maken nog snel een statement over wat in hun ogen de komende tijd echt nodig is. Anderen kijken naar wie wat moet doen. Zo claimde minister Veerman afgelopen weekend dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar het CDA moet.Ik weet niet of en waarom dat ook niet de ChristenUnie zou kunnen zijn. Wat wel belangrijk is is dat de landbouw vanuit het perspectief van schepping en scheppingstaak wordt ontwikkeld. Nu is er als het gaat over visies een duidelijk ontwikkeld christelijk-sociaal perspectief. Binnen de kerken is er een Soziallehre ontwikkeld: een visie op arbeid en economie waaraan zowel door rooms-katholieke als protestantse denkers aan is bijgedragen. En zowel het CDA als de ChristenUnie wortelt in die traditie, al zijn er onderlinge verschillen over hoe die inzichten ”in rapport met de tijd” moeten worden gebracht.

Als het gaat om de omgang met de natuur en de schepping, dan ligt de zaak veel minder helder. Het probleem is niet dat de Bijbel geen eigen perspectief biedt, maar meer dat dit niet op zijn consequenties voor de verhouding landbouw en natuur is doordacht en uitgewerkt. De huidige coalitievorming is een goede aanleiding voor de wetenschappelijke instituten van CDA en ChristenUnie om de bezinning op landbouw verder te ontwikkelen.

Bewaren
De ChristenUnie heeft in haar brochure ”Boeren voor morgen: landbouwbeleid en christelijke politiek” in 2004 al geprobeerd een aftrap voor deze discussie te geven. Behalve de principiële onderbouwing was een belangrijke conclusie: Boeren zijn essentieel voor het in stand houden van een gezonde landbouw en een mooi landschap. Wie dat zegt, gooit zijn eigen landbouw niet te grabbel omdat het voedsel ook wel en een paar centen goedkoper elders in de wereld uit Verweggistan kan worden gehaald. Zorg voor de landbouw en voor een goed landbouwbeleid dus.

Meer praktisch gezien pleit men voor een landbouwbeleid dat wordt uitgebeeld als een huis gebouwd als een dak (de gezonde landbouw) dat rust op drie pijlers. Op hun beurt worden die pijlers weer gedragen door een breed fundament. Het fundament is zorg voor de schepping. Het gaat immers niet alleen om bouwen, ook om bewaren. Dat bewaren mag geen kwestie van nazorg zijn, maar dient ook als voorzorg van meet af aan te bepalen hoe met de schepping wordt omgegaan. Het fundament bestaat uit duidelijke randvoorwaarden op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid. In een samenleving die voor de boer zorgt, moet de boer op zijn beurt voor schepping en consument zorgen.

Pijlers
Naast het fundament worden drie pijlers voor het landbouwbeleid onderscheiden. De eerste pijler is de prijsondersteuning. De landbouw is geen gewone sector en zijn eigenaardigheid maakt dat in sommige sectoren en tot op zekere hoogte een actief prijsbeleid van belang is. Waar nodig dient dit gepaard te gaan met productiebeheersing, om negatieve effecten voor ontwikkelingslanden te vermijden. De ChristenUnie spreekt zich daarmee uit tegen een ongerichte en eindeloze liberalisering in de landbouw.

De tweede pijler is die van de toeslagen, die gericht worden ingezet om specifieke bedrijven of regio’s te helpen: kortom ondersteuning van situaties waarin sprake is van handicaps of speciale belangen. De derde pijler is die van een duidelijke beloning van groene diensten. Er leven in de maatschappij nogal wat nieuwe wensen waarvan het onredelijk is van de boer te verlangen dat hij er dat wel even gratis bijlevert. Door op die punten ervoor te zorgen dat er boter bij de vis wordt gedaan en er goede beloningsstructuren komen krijgt de consument wat hij verlangd (mits hij of zij er echt wat voor over heeft) en wordt de boer op zijn businessinzicht en ondernemersfunctie aangesproken.

Liberalisering
Minister Veerman noemde de CU-nota destijds sympathiek en ook aansluitend op zijn eigen beleid. Op één punt verschilde hij: de liberaliseringstrein rijdt en die laat zich niet zomaar stoppen. Politiek is meer dan de kunst van het haalbare. Primair is de overtuiging en die moet worden geput uit een heldere bron. En dat is het geloof in de schepping en niet het geloof in de markt. De markt is een goede knecht, maar een slechte meester. Je kan de zaak daar niet even aan overdoen in het vertrouwen dat het dan vanzelf wel goed komt. Anders gezegd: de markt is geen heiland, maar de mens wel rentmeester!

De auteur is universitair docent aan Wageningen Universiteit. Reageren? goedbekeken@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer