Jason W. wil af van hoger beroep
AMSTERDAM (ANP) – Jason W., een van de hoofdverdachten in het proces tegen de Hofstadgroep, wil af van zijn zaak in hoger beroep. W. legt zich om niet nader verklaarde redenen neer bij de vijftien jaar gevangenisstraf die de rechtbank hem vorig jaar oplegde, zo zei zijn advocaat Robert Maanicus dinsdag tijdens een regieztting in de hoger–beroepszaak.
Zowel W. als het openbaar ministerie (OM) tekenden beroep aan tegen het vonnis van de rechtbank. W. hoopt dat ook het OM verder wil afzien van zijn zaak in hoger beroep. In totaal staan zeven leden van het terreurnetwerk in hoger beroep terecht.Middelpunt van het netwerk was Mohammed B., de man die op 2 november 2004 cineast Theo van Gogh vermoordde. Jason W. werd zes dagen later samen met Ismail A. aangehouden in een woning in het Haagse Laakkwartier. Aan die arrestatie ging een urenlang beleg met zwaarbewapende eenheden vooraf, omdat Jason W. een aantal leden van een arrestatieteam met een handgranaat had verwond. W., zoon van een Amerikaanse vader en een Nederlandse moeder, werd bij zijn aanhouding in zijn schouder geschoten.
Mohammed B. werd door de rechtbank schuldig verklaard, maar kreeg geen straf opgelegd. Hij had al levenslang gekregen voor onder meer de moord op Van Gogh. Jason W. kreeg van de overige leden van het Hofstadnetwerk de hoogste straf opgelegd. De rechtbank sprak vijf verdachten integraal vrij.
Volgens de rechtbank vormden de veroordeelde verdachten een terroristische organisatie, die opruiing, het aanzetten tot haat en bedreiging als doel had. De rechtbank achtte niet bewezen dat de groep ook het plegen van geweld als oogmerk had. Het OM meende van wel en vond de uitleg van de rechtbank van het begrip terroristische organisatie te beperkt. Ondanks dat het OM grotendeels tevreden was met de opgelegde straffen, tekende het in een zevental zaken beroep aan. De definitief vrijgesproken verdachten hebben inmiddels een schadevergoeding gekregen.
Het is nog onduidelijk of Jason W. onder het hoger beroep uitkomt. Het OM beraadt zich nog over deze kwestie en zal de vraag voorleggen aan het college van procureurs–generaal. De aanklagende instantie wil het hof overtuigen van het feit dat ook geweldpleging tot de terroristische doelen van de Hofstadgroep behoorde. Volgens advocaat Maanicus heeft het OM Jason W. daar niet voor nodig en kan dat ook via de zaken van de andere verdachten eventueel bewezen worden.