Nederland niet klaar voor een ramp
Nederland is niet goed voorbereid op een ramp. Met name de communicatie is een probleem. Er dient een orgaan te worden opgericht dat als overkoepeling van de verschillende vakgebieden de samenwerking bevordert tussen hulpverleners, overheid en bedrijfsleven, stelt Francien Schouman.
Nederland is onvoldoende voorbereid op een ramp of een terroristische aanslag. De communicatie naar burgers, verantwoordelijke bestuurders en de media verloopt inefficiënt. De betrokken hulpdiensten moeten bij crisisbeheersing veel meer samenwerken, zowel op bestuurlijk als op operationeel niveau. Door gebrekkige communicatie tussen de betrokken partijen verloopt slachtofferhulp onnodig traag en onvoldoende efficiënt.Bij de rampen in Volendam en Enschede wist niemand hoeveel slachtoffers er waren en in welke ziekenhuizen deze mensen terecht waren gekomen. Ook de bestuurlijke informatie-uitwisseling kwam nauwelijks tot stand.
Voor, tijdens en na een crisis zijn er verschillende communicatieprocessen die naast elkaar tot een goed einde moeten worden gebracht. Wat is ieders rol in het proces? Wie informeert wie? En waaruit bestaat deze informatie? Naast de verschillende operationele hulpdiensten, moeten namelijk ook burgers, politiek en media worden geïnformeerd.
Om deze complexe gang van zaken tot een goed einde te brengen, is er niet alleen een taak voor de overheid weggelegd. Ook het bedrijfsleven moet hier een rol van betekenis in gaan spelen. Crisisbeheersing is bij uitstek een onderwerp om in een publiek-private samenwerking tot stand te brengen. Overheid en bedrijfsleven moeten samen de preventie organiseren en gezamenlijk optreden bij een crisis. Vooral omdat bedrijven met vitale infrastructuren (Schiphol, energie- en telecombedrijven) al jarenlang ervaring hebben met crisisbeheersing.
Goede voorbeelden van publiek-private samenwerkingsverbanden zijn op dit gebied bijvoorbeeld een systeem voor het registreren en volgen van getroffenen tijdens en na een ramp en het sms-waarschuwingssysteem bij rampen of crises. Deze systemen bieden kansen voor de toekomst en laten duidelijk zien dat er mogelijkheden zijn om gezamenlijk nieuwe initiatieven te ontplooien.
Er dient een orgaan te worden opgericht dat als overkoepeling van de verschillende vakgebieden het voortouw neemt, om samenwerking te bevorderen tussen zowel de verschillende domeinen in het veiligheidsveld, als de overheid en het bedrijfsleven. Een overkoepelend orgaan moet de constructieve samenwerking in de toekomst waarborgen.
Dit wordt bevestigd door de roep uit verschillende hoeken om een minister van Veiligheid aan te stellen. Deze discussie werd ingezet door het onderzoek van mr. Pieter van Vollenhoven, voorzitter van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid. De vraag is of dit een minister van Veiligheid zou moeten zijn; het gaat in ieder geval om het vraagstuk rondom de verantwoordelijkheid: wie is integraal verantwoordelijk voor de veiligheid in Nederland? En zijn we er klaar voor als over vijf minuten de telefoon gaat?
Hoge prioriteit
Het besef dat de processen voor crisisbeheersing en crisiscommunicatie moeten worden gestandaardiseerd en geoptimaliseerd, is voelbaar binnen de verschillende overheidsinstanties. Dit wordt deels veroorzaakt door de ervaringen uit het verleden, de toenemende transparantie bij de overheid en de toenemende media-aandacht voor rampen en crises. Onder bestuurders is het bewustzijn tot gezamenlijke crisisbeheersing aanwezig en kent crisisbeheersing hoge prioriteit, het bewustzijn is er. Nu is het zaak om daadwerkelijk de stap te maken van denken naar doen.
De auteur is Client Director bij KPN en heeft als aandachtsgebied Public Safety.