Geen nieuw plan voor bedrijven Hoeksche Waard
Er moet een nieuw plan komen voor een grootschalig bedrijventerrein in de Hoeksche Waard, vindt staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken. Nee, zeggen mr. C. G. van der Staaij en mr. D. J. H. van Dijk. Het plan moet juist definitief van tafel. Er zijn voldoende alternatieven.
Weinig gebieden konden de afgelopen jaren op zo veel politieke belangstelling rekenen als de Hoeksche Waard. Op zichzelf terecht. Het gaat om een van de laatste open landschappen in de Randstad. Er wordt al meer dan tien jaar gediscussieerd over de vraag of de Hoeksche Waard dienst kan doen als leverancier van een grootschalig, havengerelateerd bedrijventerrein. De Hoeksche Waard als overloop voor de Rotterdamse haven.Voor- en tegenstanders houden elkaar in evenwicht. Reeds in 1999 werd door de Tweede Kamer en het kabinet gehamerd op de noodzaak om knopen door te hakken. Toenmalig staatssecretaris Ybema wees erop, dat de Hoeksche Waard voor de korte termijn, tot 2005, lucht moest bieden aan de Rotterdamse haven. Het ging slechts om de korte termijn, omdat voor de langere termijn de Tweede Maasvlakte ruimte zou schenken.
De knoop is echter nooit definitief doorgehakt. In de Nota Ruimte is de Hoeksche Waard als Nationaal Landschap aangemerkt, maar werd er tevens ruimte gereserveerd voor een grootschalig bedrijventerrein. Dit werd omgeven met enige compromisachtige randvoorwaarden omtrent landschappelijke inpassing, ontsluiting en nader onderzoek naar optimale opvang.
Open
Inmiddels ligt de hele zaak weer open. Een Kamermeerderheid heeft uitgesproken, dat regionale bedrijvigheid geen probleem vormt, maar dat nut en noodzaak van een grootschalig, bovenregionaal bedrijventerrein in de Hoeksche Waard beslist niet is aangetoond. Het kabinet heeft in reactie hierop fluks een nieuwe integrale gebiedsvisie aangekondigd.
Deze stroperige besluitvorming is fnuikend. Er gaat niet alleen veel bestuurlijke energie verloren, maar in het betreffende gebied vallen zinvolle investeringen stil. Het maakt nogal verschil of je als gemeentebestuur moet investeren in ontwikkeling van landschap en natuur of moet denken aan het optuigen van een bedrijventerrein. De praktijk is dat er niets gebeurt, zodat achteruitgang optreedt.
Wat is de oorzaak van dit bestuurlijk falen? Tot nu toe is het kabinet er al die jaren niet in geslaagd de noodzaak van een dergelijk bedrijventerrein aan te tonen. Dit manco speelt de besluitvorming parten. Voorstanders noemen het bedrijventerrein onmisbaar. Tegenstanders beweren met dezelfde ernst het tegendeel. De les moet zijn dat nimmer aan een dergelijk besluitvormingstraject begonnen mag worden als niet overtuigend is aangetoond dat een dergelijk project noodzakelijk is.
De SGP vindt dat het tijd is om definitief nee te zeggen tegen een grootschalig bedrijventerrein in de Hoeksche Waard. We zitten niet te wachten op een nieuwe integrale gebiedsvisie of andere wanhoopsoffensieven van het kabinet om dit door te drukken. Alle argumenten zijn al vele malen de revue gepasseerd. Als al die jaren niet hard kon worden gemaakt, dat dit bedrijventerrein per se noodzakelijk was, dan ís het blijkbaar ook niet noodzakelijk.
Slikken
De bewijslast om de Hoeksche Waard te mogen aansnijden voor grootschalige bedrijvigheid is zwaar. Het gebied vervult de belangrijke functie van groene long in de nabijheid van een zeer verstedelijkt gebied. Uitgangspunt is daarom: géén aantasting van het gebied, tenzij nut en noodzaak onbetwist zijn. Daarvan is geen sprake. De korte termijn waarvoor de Hoeksche Waard soelaas moest bieden, is voorbij. De Tweede Maasvlakte doemt op. Vele deskundigen wijzen erop, dat er nog een wereld is te winnen met een betere benutting van bestaande haven- en bedrijventerreinen. Dat maakt het aansnijden van dit gebied overbodig. De infrastructurele ontsluiting schiet tekort. Bovendien maakt grootschalige bedrijvigheid extra woningbouw noodzakelijk, hetgeen de aantasting van het gebied nog groter maakt.
Het moment is aangebroken dat niet de Hoeksche Waard een grootschalig bedrijventerrein moet slikken, maar dat de door het ministerie van Economische Zaken gesteunde Rotterdamse havenbaronnen moeten slikken dat zij niet hun zin krijgen.
De auteurs zijn lid van de Tweede Kamer voor de SGP en beleidsmedewerker voor de SGP-fractie in de Tweede Kamer.