Bovendien wil het openbaar ministerie dat B. een bedrag van ruim 100.000 euro terugbetaalt aan de staat. Dit bedrag zou de Nijkerker hebben verdiend met de hennepkwekerijen.B. werd begin 2006 door de Arnhemse rechtbank veroordeeld tot een celstraf van vijftien maanden. De man werd door de rechtbank gezien als de leidinggevende figuur achter de kwekerijen in Voorthuizen, Hoevelaken, Lelystad en Den Haag. De 47-jarige ging in hoger beroep tegen het vonnis, omdat hij alleen wat „hand- en spandiensten” zou hebben verricht. „Ik kreeg voor het opbouwen van de kwekerijen en het oogsten van de hennep meestal een bedrag van 500 euro. Meer niet”, aldus de Nijkerker tijdens de zitting.

Uit afgetapte gesprekken en verklaringen van medeverdachten zou echter blijken dat de B. een veel grotere rol speelde in de exploitatie van de wietplantages. Overigens werden voor de plantages de woningen gebruikt van mensen die in de financiële problemen zaten en daardoor wel wat extra geld konden gebruiken.

De geoogste hennep zou naar het huis van de Nijkerker worden gebracht. Dit ontkende B. tijdens de zitting in alle toonaarden. Bovendien zou hij met alle werkzaamheden die hij heeft verricht een bedrag van in totaal 5000 euro hebben verdiend, en geen ton.

De advocaat-generaal eiste opnieuw een celstraf van vijftien maanden. „Verdachte speelde een belangrijke en leidinggevende rol op de achtergrond. Hij heeft anderen opgezadeld met zijn criminele activiteiten en uiteindelijk zelf de winst opgestreken”, aldus de openbaar aanklager. De advocaat van B. vroeg het hof zijn cliënt vrij te spreken. De informatie waarop het bewijs van het openbaar ministerie is gebaseerd, zou volgens de raadsman op een onjuiste manier zijn verkregen. „Bovendien was mijn cliënt geen leider van een criminele organisatie”, zo zei de raadsman van de Nijkerker.

Het Arnhemse hof doet op 8 februari uitspraak.