„Richt theologie op moderne cultuur”
UTRECHT - De Protestantse Theologische Universiteit (PThU) staat voor de uitdaging oog te hebben voor de complexiteit van de moderne leefwereld. De hedendaagse belangstelling voor spiritualiteit vraagt om een nieuwe theologische waardering van het gevoelsleven.
Dat zei rector prof. dr. F. G. Immink donderdag tijdens de openingsbijeenkomst van de PThU in de Domkerk in Utrecht.De oprichting van de PThU, aldus prof. Immink, vindt plaats in een tijd waarin de theologie ter discussie staat en het christendom zijn dominante positie verliest. Tegelijkertijd spreken velen over de terugkeer van religie in cultuur en politiek. „De Protestantse Theologische Universiteit maakt integraal deel uit van dit snel veranderende veld.”
Volgens hem geven twee markeringspunten richting aan de koers van de universiteit in deze samenleving. „In de eerste plaats is theologiebeoefening gericht op de christelijke geloofstraditie. De brede bedding van het christendom in de Europese cultuur, met name de ontwikkeling van het protestantisme, vraagt onze aandacht. Daarbij zal in toenemende mate betrokken worden de ontwikkeling van het christendom in niet-westerse culturen en de relevantie daarvan in de Nederlandse context. Bovendien vraagt de ontmoeting met andere godsdiensten en levensbeschouwingen om voortdurende theologische reflectie.”
Een tweede markering ligt in de academische vorming van predikanten voor de PKN. „We leiden mannen en vrouwen op die berekend zijn op hun taak in kerk en samenleving”, aldus prof. Immink. „Nu ook het postacademisch onderwijs, ondergebracht in het seminarium, deel uitmaakt van de universiteit, dragen we de verantwoordelijkheid voor een adequate theologische en professionele nascholing van de beroepsgroep predikanten.”
Hij ziet theologiebeoefening als een voortdurend zoeken naar inzicht en als een verantwoording ten overstaan van de cultuur. Die cultuur kenmerkt zich door de individualisering van het geloof en de secularisering van het publieke domein. „Het religieuze leven is een persoonlijk keuze en het moet mij aanspreken”, is de gedachte.
De subjectivering en de secularisering leggen de zwakte van het huidige protestantisme bloot, aldus prof. Immink. „Levend in een seculiere samenleving, hebben we weinig uitdrukkingsmiddelen meer voorhanden om de mystieke en transcendente dimensie van het geloof tot uitdrukking te brengen. Kan het geweten nog vroom worden als niets meer heilig is? Zullen we ons nog sociaal bewust gedragen als de geloofsgemeenschap als plaats van ontmoeting en oefening in wederzijdse verantwoordelijkheid verdampt? En heeft die geloofsgemeenschap geen liturgische en institutionele inbedding nodig om haar geloof tot uitdrukking te brengen?”
Prof. dr. F. A. van der Duyn Schouten, voorzitter van de raad van toezicht van de PThU, ging in op de verhouding tussen kerk en universiteit. Een eigen universiteit, zei hij, is nodig om de duurzaamheid van de theologische wetenschap te waarborgen. „Anders bestaat het risico dat het theologisch geluid steeds minder doorklinkt in de wetenschappelijke Areopagus.”
Een te strak kerkelijk toezicht op de PThU vindt hij echter een risico. „Daarom is ook gekozen voor een raad van toezicht, benoemd door de synode, om de belangen van de universiteit te verdedigen. Dat biedt -in ieder geval op papier- een evenwicht tussen de belangen van kerk en universiteit. Dat vraagt om wijsheid en om die wijsheid is vanmiddag gebeden.”