Verfoeilijk
Velen zijn nog onbesneden van hart en oren. Het komt maar al te openbaar in hun kleinachting van Gods Woord, dat men weinig leest of hoort, noch wat overdenkt. Weer anderen wederstaan de Heilige Geest in Zijn gezanten, die Gods Woord prediken en ons het heilig Evangelie verkondigen. Ook wederstaat men de Heilige Geest wanneer Hij nu en dan aan het hart klopt, voornamelijk onder het prediken van het Woord, wat Paulus de bediening van de Geest noemt.
Men wordt wel ontdekt aan zichzelf en benauwd vanbinnen, maar men verdooft en verdrijft dat weer door wereldse bezigheden en tijdelijke vermaken. Zo verdreef Saul zijn droevigheid door snarenspel. Het gebeurt ook wel dat men overtuigd wordt van deze of gene zonde en dat men die laten moet, maar dat men als de begeerlijkheden te sterk worden, toch weer in de oude zonden verder gaat.Door het oordeel komt het ook wel eens voor dat men met de stadhouder Felix bevreesd wordt als men hoort prediken van rechtvaardigheid, matigheid en het toekomende oordeel. Men weet er zich echter van te ontdoen. Men gaat weer over tot de orde van de dag. Ondertussen is dit een verfoeilijke misdracht en een allergevaarlijkste toestand.
Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”Historie van de H. Stephanus”, 1770)