Politie Ulster beschermde protestantse bendes
BELFAST - De politie in Noord-Ierland heeft in de jaren negentig samengespannen met verscheidene loyalistische bendes in Belfast. Dat bleek maandag
uit een rapport van de politieombudsman. De onthullingen kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor het Noord-Ierse vredesproces, waarin de rol van de politie momenteel centraal staat.
Ombudsman Nuala O’Loan, zelf katholiek, concludeerde na een ruim drie jaar durend onderzoek dat voormalige agenten van de speciale tak van de politie toestonden dat door hen betaalde informanten binnen de UVF (Ulster Volunteer Force, een gewelddadige protestantse beweging) moorden pleegden, bommen legden, drugs verhandelden en mensen afpersten vanuit hun uitvalsbasis in Mount Vernon, een protestants bolwerk in het noorden van Belfast. Het rapport roept op om tientallen dossiers uit de jaren ’90 te heropenen en de rol van de voormalige agenten in de doofpotaffaire te onderzoeken.
Dat betrof onder anderen UVF-leider Mark Haddock, die van 1991 tot 2003 tipgever voor de politie was. Hij verdiende daarmee 80.000 pond (122.000 euro). In dezelfde periode werd zijn naam verbonden aan 10 moorden, 10 pogingen tot moord en 62 andere misdrijven.
Rechercheurs beschermden de daders en voorkwamen dat ze werden aangehouden, onder meer door bewijsmateriaal te vernietigen. Politieagenten zouden bij verhoren hebben gezeten om te voorkomen dat UVF’ers zichzelf verdacht zouden maken, meldde de Noord-Ierse krant Belfast Telegraph maandag. De protestantse militaire groepering UVF (Ulster Volunteer Force) had tot doel zo veel mogelijk IRA-leden te vermoorden.
De rol van de vroegere Noord-Ierse politie, de zogenaamde Royal Ulster Constabulary (RUC), is al omstreden vanaf het begin van het conflict in de Britse provincie. In 2003 werd een nieuwe politiedienst in het leven geroepen, de Police Service for Northern Ireland (PSNI). Deze moet meer tegemoetkomen aan de katholieke bevolking en ook mensen uit deze gemeenschap rekruteren.
Het Noord-Ierse vredesproces hangt momenteel op het mogelijke herstel van het zelfbestuur van de Britse provincie. Daartoe moet Sinn Fein, de politieke tak van het Ierse Republikeinse Leger (IRA), de rechtmatigheid van de politie erkennen. De grotendeels protestantse politiemacht was echter tientallen jaren de aartsvijand van de katholieke republikeinen. De leden van Sinn Fein beslissen daarover komende zondag.
„Dit is een diep verontrustend rapport over gebeurtenissen die volkomen verkeerd waren en nooit hadden mogen gebeuren”, zei een woordvoerder van de Britse premier Tony Blair.
De hoogste commandant van de politie in Noord-Ierland, Hugh Orde, stemde in met de resultaten van het onderzoek. Hij hoopte dat dergelijke misstanden sinds de reorganisatie in 2003 niet meer voorkomen.
Peter Hain, de Britse minister voor Noord-Ierland, zei dat zowel de leden van de UVF als de voormalige politieagenten voor hun misdaden berecht moeten worden. Tevens zei Hain dat de wijze waarop sommige gepensioneerde agenten het onderzoek dwarsboomden, als een misdaad op zich gezien kan worden.
Het beginpunt van het onderzoek was de moord op de 22-jarige Raymond McCord Jr., voormalig lid van de UVF, in 1997. De vader van het slachtoffer zei over bewijzen te beschikken dat de toenmalige leider van de paramilitairen, Mark Haddock, door de politie in ruil voor informatie de hand boven het hoofd werd gehouden. Nadat hij door verscheidene hoge politiefunctionarissen voor gek was verklaard, wendde McCord Sr. zich met de zaak tot O’Loan.
McCord riep daarom de katholieke partij Sinn Fein op de politie niet te erkennen „totdat deze zaak in een openbaar onderzoek is uitgezocht” aldus Raymond McCord.
In een verklaring verwierp een groep voormalige Noord-Ierse geheimagenten de bevindingen van het onderzoek. Ze zeiden dat ze altijd in het belang van de wet gehandeld hadden en zich nergens voor schaamden.