Veel oude boeken op basisscholen
AMSTERDAM - Bijna de helft van de basisscholen werkt met verouderd lesmateriaal. Dat stelt TNS NIPO in een onderzoek dat werd uitgevoerd in opdracht van de GEU, de brancheorganisatie van educatieve uitgeverijen.
Het onderzoek wijst uit dat van de ruim 5400 onderzochte basisscholen -70 procent van het totaal- er meer dan 2500 werken met sterk verouderde methoden. Van deze groep gebruiken 1300 scholen lesmethoden van tussen de twaalf en de veertien jaar oud; 250 scholen werken met methoden die vijftien tot zeventien jaar oud zijn en de rest, circa 1000 scholen, gebruikt methoden van achttien jaar of ouder.In totaal krijgen bijna 600.000 kinderen in het basisonderwijs les met verouderde methoden. In vergelijking met 2005, toen een soortgelijk onderzoek werd uitgevoerd, is er nauwelijks iets verbeterd, aldus TNS NIPO. Onder verouderd lesmateriaal worden methoden verstaan met een leeftijd van ten minste elf jaar. Het onderzoeksbureau vraagt zich af in hoeverre het aanvaardbaar is „dat basisscholen de aansluiting bij de maatschappelijke werkelijkheid missen.”
Vooral bij de hoofdvakken taal, spelling en begrijpend lezen is sprake van les aan de hand van oude boekjes. Maar ook aardrijkskunde wordt op ongeveer de helft van alle scholen gegeven op basis van verouderde methoden.
Voor het hoofdvak rekenen geldt dat het aandeel van verouderde lesmethoden relatief klein is. Dat komt vooral door de introductie van de euro op 1 januari 2002.
Volgens TNS NIPO is er geen financiële reden voor de terughoudendheid van scholen om leermiddelen te vernieuwen. De budgetten zijn toereikend voor aanzienlijk snellere vervanging, stelt het bureau.
Door het gebruik van verouderde boeken leren scholieren in de aardrijkskundeles landen die niet meer bestaan, leren ze spellen op basis van achterhaalde regels en leren ze lezen aan de hand van voorbeelden die niet aansluiten bij hun belevingswereld, vindt TNS NIPO. „Bovendien gaan nieuwe didactische inzichten, die meer recht doen aan de wijze waarop kinderen van nu leren, aan hun neus voorbij: meer dan vroeger is lesgeven gericht op het activeren van de leerling en op interactie, wat consequenties heeft voor de gebruikte lesmethoden. Daar komt bij dat oudere lesmethoden niet of nauwelijks ict bevatten, of ict die zodanig is verouderd dat er niet op een geloofwaardige manier mee valt te werken.”
De ouderdom van methoden wordt bepaald door de gebruiksduur -de periode sinds de aanschaf- te vermeerderen met de ontwikkeltijd, gemiddeld drie jaar. Een lesmethode die acht jaar geleden is gelanceerd, bevat dan elf jaar oude leerstof.