„Overheid verkijkt zich op vuurwerk”
AMSTERDAM - Overheid en vuurwerkbranche hebben onvoldoende oog voor de effecten die het consumentenvuurwerk teweeg kan brengen. Mede daardoor heeft het vuurwerk de afgelopen jaarwisseling veel meer slachtoffers geëist dan het jaar daarvoor.
Dat heeft de stichting Consument en Veiligheid maandag naar buiten gebracht. Staatssecretaris Van Geel (Milieu) stelt in een reactie dat wordt onderzocht waarom er rond de afgelopen jaarwisseling meer vuurwerkslachtoffers zijn gevallen dan in voorgaande jaren.Het aantal in ziekenhuizen behandelde vuurwerkslachtoffers rond de laatste jaarwisseling is ten opzichte van de vorige met bijna de helft gestegen. Het is voor het eerst in zes jaar dat het aantal personen dat met vuurwerkverwondingen op een afdeling spoedeisende hulp werd behandeld, is toegenomen.
Tussen 24 december 2006 en 4 januari 2007 hebben 960 vuurwerkslachtoffers een eerstehulpafdelingen bezocht. Van hen moest 10 procent wegens ernstig letsel in het ziekenhuis worden opgenomen. Deze jaarwisseling zijn drie personen omgekomen door twee ongevallen waarbij vuurwerk in het spel was.
Volgens Consument en Veiligheid is het een misvatting gebleken dat het aantal ongevallen zou afnemen door het consumentenvuurwerk aantrekkelijker te maken, zoals afgelopen jaar is gebeurd. „Het massaal afschieten van vuurwerk is voor zowel mensen die het zelf afsteken als voor omstanders gevaarlijker geworden. Onvoorzichtigheid, baldadigheid en onveilige improvisaties op straat om het vuurwerk af te steken, hebben deze jaarwisseling tot veel meer ongevallen geleid.”
De stichting vindt verder dat de vuurwerkbranche consumenten beter had kunnen voorlichten over de veiligheidsmaatregelen die mensen zelf kunnen treffen voordat ze vuurwerk afsteken. „Maar de branche heeft de laatste jaren meer oog gehad voor de omzetvergroting door het aantrekkelijker maken van consumentenvuurwerk dan aandacht voor de veiligheid van mensen bij het afsteken van de producten die zij levert. Zelfs de onmisbare aansteeklontjes zijn de afgelopen jaarwisseling voor het eerst op veel verkooppunten niet meer gratis beschikbaar gesteld”, stelt de stichting vast.
Van 40 procent van de behandelde vuurwerkslachtoffers is bekend dat zij het zelf hebben afgestoken en van 52 procent dat het vuurwerk door een ander is afgestoken. Bijna een op de vijf slachtoffers kan niet vertellen wat voor soort vuurwerk het letsel heeft veroorzaakt.
De nieuwere, grote vuurpijlen blijken veel slachtoffers te eisen. Consument en Veiligheid had vóór de jaarwisseling dan ook al laten weten een toename van het aantal gewonden te vrezen. De stichting wil daarom dat het nieuwe vuurwerkbesluit nog eens bekeken wordt.
Het aantal jongeren dat slachtoffer is van vuurwerk was de laatste jaren afgenomen en is dit jaar gestabiliseerd. Jongeren vormen nog steeds de grootste risicogroep van vuurwerkongevallen. Vier op de tien slachtoffers zijn tussen de 10 en de 19 jaar, een kwart 20 tot en met 29 jaar, 28 procent is 30 jaar en ouder en 8 procent is nog geen 10 jaar.