Mooie woorden zijn niet genoeg
De moordenaar van de Turks-Armeense journalist Hrant Dink is gepakt. Toen de publicist vrijdag het gebouw van zijn weekblad Agos in Istanbul uitliep, schoot een Turkse tiener hem met drie kogels in het hoofd en de hals neer. De jonge dader, Ogun Samast, heeft in het eerste verhoor bekend.
Wat is het motief van de moordenaar? Gedurende de Eerste Wereldoorlog was sprake van stelselmatige uitroeiing van Armeniërs door Turkse overheersers. Turkije heeft medeplichtigheid jarenlang geloochend. Dink keerde zich telkens tegen die ontkenning. Dat is de moordenaar en tal van anderen een doorn in het oog.Toch staat er in Jerevan, de Armeense hoofdstad, een monument. Dat gedenkteken herinnert aan de genocide. Het houdt de nagedachtenis levend aan 1 miljoen Armeniërs die tussen 1915 en 1923 als gevolg van Turks geweld omkwamen. Het gedenkteken vormt een sprekend getuigenis. In weerwil van alle ontkenning.
Overigens heeft niet alleen de Turkse overheid het moeilijk met de vraag wat waarheid is. De PvdA stelde vorig jaar haar standpunt bij. De socialisten spreken niet meer over genocide, maar over de Armeense kwestie.
De actuele moord heeft ondertussen iets aangrijpends. Het is toch dramatisch dat de dader is opgepakt na een tip van zijn vader. De Turkse politie verspreidde videobeelden van een wegrennende jongen. Vader herkende z’n zoon en gaf hem aan. Zoiets leidt beslist tot onherstelbaar leed in de familierelaties.
Al even onthutsend is dat de jongen geen spijt heeft van zijn moord. Hij legde zelf verband met de islam door te zeggen: „Ik schoot hem neer na het opzeggen van het vrijdaggebed.” Zo’n uitspraak maakt opnieuw duidelijk dat godsdienst in sommige gevallen een gevaarlijke stimulans kan vormen voor geweld.
De Turkse premier Erdogan verklaarde inmiddels dat de moord in feite gericht is tegen de democratie en de vrijheid van meningsuiting. President Sezer sprak over een schandelijke daad. Het is goed dat zij zulke mooie woorden gebruiken. Toch laat de positie van minderheidsgroepen in Turkije nog steeds te wensen over.
Dink werd vorig jaar nog veroordeeld, omdat hij de formeel uit de Turkse geschiedschrijving geschrapte genocide bevestigde. Dan is het mooi om nu vriendelijke woorden te spreken. Maar in het licht van zo’n eigenlijk min of meer op geschiedvervalsing gebaseerde veroordeling, stellen ze maar weinig voor.
Overigens is het voor de Turkse overheid ongetwijfeld moeilijk om de werkelijkheid van de genocide te erkennen. Dat zou tal van Turken tot protest kunnen brengen. Het zou wellicht leiden tot nieuw geweld. Wie z’n voeten eenmaal gezet heeft op het spoor van onwaarheid, ondervindt vaak moeite om het weer te verlaten.
Liet Pim Fortuyn in mei 2002 niet het leven door middel van een even gemene moord als nu in Istanbul plaatshad? Wie de moord op Dink zou willen vergelijken met wat in Nederland gebeurde, mag niet over het hoofd zien dat er sprake is van verschil. Onderscheid tussen agressie uit louter fanatisme en het ontkennen van de historie.
Natuurlijk is het zowel economisch als politiek van belang dat Turkije zich niet van Europa afkeert. Een relatie zou ook het naleven van de mensenrechten in dat land ten goede kunnen komen. Toch vormt de dood van Dink een nieuw signaal voor de EU dat terughoudendheid ten aanzien van een Turks lidmaatschap geboden is.
Koningin Beatrix hoopt van 27 februari tot 2 maart Turkije te bezoeken. Het lijkt verstandig om af te wegen of er voldoende garanties zijn voor veiligheid. En is het ook mogelijk tijdens zo’n bezoek iets te berde te brengen tegen ontkenning van de geschiedenis? Mooie woorden zijn niet genoeg. Mag de waarheid gezegd worden?