Cornielje staat weer voor de klas
ARNHEM - „Ik heb de mooiste functie in de mooiste provincie.” Commissaris van de Koningin C. Cornielje gaf vrijdagmiddag met zichtbaar plezier een cursus over het provinciale reilen en zeilen aan zo’n vijftig Gelderlanders.
Aan de cursuslocatie kan het niet liggen. De grote ramen van het provinciehuis bieden uitzicht op het marktplein van Arnhem. Aan de overkant verrijst de monumentale Eusebiuskerk.Maar de 46 deelnemers aan de cursus ”Wie is de provincie” hebben er geen oog voor. Ze luisteren geboeid naar de commissaris. Na een promotie-dvd over Gelderland begint Cornielje te vertellen hoe groot en hoe goed Gelderland is. „Qua oppervlak zijn we de grootste provincie van Nederland met 56 gemeenten, 4 waterschappen en 3 politieregio’s. Onze provincie telt 300 kilometer rivier en 1200 kilometer provinciale wegen, die wel allemaal moeten worden onderhouden. Dat doen we goed, want zelfs de Chinezen komen het hier afkijken.”
Cornielje probeert het belang van de provincie aan zijn ’onderdanen’ duidelijk te maken. „Verkeer en Vervoer is een belangrijke portefeuille. In de stedendriehoek Apeldoorn, Deventer, Zutphen hebben we de afgelopen tijd vijf nieuwe treinstations geopend. We hebben in onze provincie verder het grootste aaneengesloten natuurgebied van Europa: de Veluwe. Dat gebied wordt nog groter door de aanleg van ecoducten en het weghalen van hekken.”
De laatste opmerking levert Cornielje gelijk een stevige vraag op. Een cursist uit Wolfheze heeft het gevoel dat er de laatste tijd juist meer hekken bij komen. Kan de provincie daar niet wat aan doen? Cornielje: „Ik houd ook van de natuur, ik ben vroeger biologieleraar geweest. Ik kom elk weekend in de natuur, maar heb niet de ervaring dat de natuur onbereikbaar is geworden.”
Met verve vertelt de commissaris over zijn functie. „Ik ben voorzitter van zowel Provinciale als Gedeputeerde Staten. Op dit moment hebben we nog 75 Statenleden, maar na de verkiezingen van 7 maart worden dat er 53. Een derde deel vliegt eruit, dus ik verwacht een heftige verkiezingsstrijd.” De commissaris houdt als voorzitter in de gaten of de te nemen besluiten wel in de wet passen. „Soms willen de Statenleden iets wat wettelijk niet mogelijk is. Dan moet ik op de rem trappen.”
In de pauze wordt Cornielje direct aangeschoten door een cursiste. „Heeft uw vader soms lesgegeven op de bestuursschool?” En als Cornielje bevestigend knikt: „Dan heb ik nog bij hem in de klas gezeten. Het was toch zo’n lieve man.”
Het directe gesprek met de commissaris is het mooie van de cursus, zegt cursiste D. Zwierstra uit Dieren. „Deze man is heel makkelijk benaderbaar. Normaal gesproken staat de provincie heel ver van je bed, maar door deze cursus komt het allemaal veel dichterbij.” Ook andere deelnemers reageren enthousiast.
Na de pauze wordt de ene na de andere vraag op de commissaris afgevuurd. Een vrouw in een rolstoel wil weten waarom de busstations in Arnhem wel een verhoogde instap hebben en die in Rheden niet. Een ander vraagt aandacht voor de kleine kernen. Cornielje: „De provincie heeft al 380 miljoen euro beschikbaar gesteld om bijvoorbeeld een supermarkt of postkantoor open te houden. Verder ontwikkelen we overal zogenaamde Kulturhusen, waarin verschillende voorzieningen bij elkaar geplaatst worden. Goede projecten zijn welkom, want de subsidiepot is nog lang niet leeg.”
Een Betuwse vrouw vraagt hoe belangrijk de provinciegrenzen voor de commissaris zijn. Cornielje: „Daar moet je niet te krampachtig mee omgaan. De samenwerking tussen het Gelderse Scherpenzeel en het Utrechtse Woudenberg en Renswoude gaat steeds verder. Ik vind het niet erg om Scherpenzeel kwijt te raken. Aan de andere kant gaat de provincie Utrecht wellicht bij de grote Randstadprovincie horen. Ik kan me voorstellen dat gemeenten als Veenendaal, Rhenen en Utrechtse Heuvelrug dan liever bij Gelderland willen horen.”
Na ruim twee uur is het welletjes. Over twee weken vertelt gedeputeerde Esmeijer over zijn portefeuille Kunst, Welzijn en Cultuur. Tijdens een derde bijeenkomst volgt een rondleiding door het provinciehuis.
Zoveel is duidelijk: bij de Statenverkiezingen op 7 maart zijn er in ieder geval 46 Gelderlanders die weten wat er met hun stem gebeurt.