Minder vrouwen op hoge kerkelijke functies
NIJMEGEN (ANP) - Het aandeel vrouwen in kerkelijke organen neemt af naarmate zij een belangrijkere positie in de kerk hebben. Ook zijn er relatief weinig vrouwen die in de kerk een invloedrijke functie hebben, zoals het voorzitterschap.
Dat blijkt uit een onderzoek van het onderzoeksinstituut Kaski in opdracht van de Oecumenische VrouwenSynode (OVS) en de Protestantse Kerk in Nederland. De OVS is een interkerkelijke beweging van vrouwen die actief zijn op het gebied van vrouw, geloof en maatschappij.Uit het onderzoek blijkt dat in (wijk)kerkenraden van de Protestantse Kerk ongeveer 30 procent van de leden vrouw is. In classicale (regionale) vergaderingen is dat percentage 23 en in het hoogste bestuursorgaan, de generale synode, is dat 22.
In het moderamen (bestuur) van (wijk)kerkenraden is het aandeel vrouwen 28 procent. Zij vervullen relatief vaak de functie van scriba (secretaris): 41 procent van alle scriba’s is een vrouw. Slechts 13 procent van de besturen van kerkenraden wordt door een vrouw geleid. Van de bestuursleden van classes is 17 procent een vrouw. Ook hier hebben zij relatief vaak de functie van scriba.
Een op de negen regionale besturen kent een vrouw als voorzitter. In het bestuur van de generale synode is een derde vrouw.
De onderzoekers hebben de cijfers vergeleken met een inventarisatie die het Kaski in 2004 in de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland hield. De cijfers hadden echter betrekking op uiteenlopende jaren. Op het laagste niveau, de parochievergaderingen, bleken vrouwen in die kerk beter vertegenwoordigd dan in de protestantse kerkenraden. Ongeveer de helft van alle leden was in 1998 vrouw. Omdat binnen de RKK de voorzitter van de parochievergadering per definitie een (mannelijke) pastoor is, was het aandeel vrouwen bij de voorzitters nul. Ongeveer 20 procent van de parochievergaderingen had een vrouwelijke vicevoorzitter.
Op regionaal niveau (binnen de RK-Kerk het dekenaat en het bisdom), waren vrouwen ongeveer even sterk in de organen vertegenwoordigd als in de PKN. Omdat de belangrijkste bestuursfuncties binnen de RK-Kerk door priesters worden vervuld, is het aandeel vrouwen daarin opnieuw nul.
De onderzoekers hebben ook gekeken naar wat zij de „geestelijke ligging” van de leden van de Protestantse Kerk noemen. Naarmate een kerkelijke gemeente vrijzinniger is, is het aandeel vrouwen in de bestuursorganen groter. Ook hebben zij relatief veel functies met invloed. Gemeenten met een (orthodoxe) Gereformeerde Bondssignatuur blijken een te verwaarlozen aandeel vrouwen in de (wijk)kerkenraad te hebben. In slechts 2 procent van die gemeenten zat een vrouw in de kerkenraad.
Van de 439 kerkenraden die een vragenlijst van Kaski terugstuurden, noemde 6 procent de gemeente vrijzinnig. In 15 procent van de gevallen gaf de kerkenraad aan zich verwant te weten met de Gereformeerde Bond.