Logeren in De Kraak
De bijbel ligt open bij Ezra. Blijkbaar hebben gasten de kansel beklommen en in het Woord gebladerd. Oosterbierum bezit sinds enkele maanden een niet-alledaags vakantieverblijf, De Kraak van Van Dam. De vroegere gereformeerde kerk biedt plaats aan zes vakantiegangers. Volgens eigenaar Paul de Cock is het de eerste keer in Nederland dat een leegstaand bedehuis zo’n bestemming heeft gekregen.
Het voelt vreemd aan. Aan de buitenkant lijkt De Kraak van Van Dam een gewone kerk. Een schelpenpad nodigt uit richting hoofdingang te gaan. De gevelsteen boven de ingang wijst omhoog: Onze hulp is in de Naam des Heeren, Die hemel en aarde gemaakt heeft. Binnen wacht een aardse werkelijkheid. In de kerkzaal hebben eethoek, zithoek en luxe keuken de plaats van kerkbanken ingenomen.Paul de Cock: „Het kostte moeite de zaag in het kerkmeubilair te zetten. Meer dan honderd jaar hebben hier ’s zondags mensen gezeten. Tot het moment van verbouwen had je hier zo ter kerke kunnen gaan. Alles stond er nog, tot de gaskachels toe.” De Cock runt met Chris Elsinga Terp 10 Communicatie. Toen de zolder van de naastgelegen pastorie te klein bleek om dit communicatiebureau te herbergen, viel het oog op de kerk. Terp 10 kreeg onderdak in de consistorie van het vroegere bedehuis.
In hun zoektocht naar een nieuwe bestemming voor de kerkzaal dachten de nieuwe eigenaars aanvankelijk aan een rouwcentrum, maar dit bleek niet haalbaar. De keus viel uiteindelijk op het realiseren van een vakantieappartement.
Liederen
De Cock is bij de verbouwing van de kerkzaal terughoudend te werk gegaan. Het houten gewelf bleef intact, de preekstoel, een psalmbord, twee collectezakken en het Van Damorgel werden niet opgeruimd. Drie oude kerkbanken kregen een plaats naast de kansel. Net als het andere kerkmeubilair zijn ze niet overgeschilderd of gerestaureerd. Gebruikssporen zijn volop aanwezig, zoals het op de kansel vastgeplakte briefje met een verzoek aan de voorgangers: „Wilt u ten behoeve van de luisteraars via de kerktelefoon de te zingen liederen ten minste tweemaal aankondigen?”
Op de orgelzolder, de kraak, zijn links en rechts van het orgel twee slaapkamers ingericht. Een raampartij vormt de afscheiding met de kerkzaal, waar de gasten nu desgewenst een potje kunnen biljarten. In de ene kamer bevindt zich de speeltafel van het Van Damorgel. In de andere huist de houten stok om handmatig de blaasbalg van het instrument te bedienen. Het blijkt onbespeelbaar. „Restauratie is volgens orgelkenner Jan Jongepier goed mogelijk”, weet De Cock. „Maar voor ons onbetaalbaar.” Een derde slaapgelegenheid bevindt zich onder de orgelzolder. „Het bouwbedrijf dat de kerkzaal aanpaste, adviseerde ons nog meer slaapgelegenheid te creëren. De kerkzaal is ruim genoeg. Wij wilden echter niet voorbij de orgelzolder gaan, omdat dit het karakter van de ruimte zou aantasten.”
Nieuw is de verhoogde zithoek binnen en het ruime balkon buiten. „We hebben het nuttige, een extra nooduitgang, gecombineerd met het aangename. Gasten kunnen nu desgewenst vanaf de bank naar buiten kijken. Het buitenbalkon biedt de mogelijkheid te genieten van de prachtige kleuren van wolkenpartijen boven de Waddenzee.”
Dorpsomroeper
Niemand in Oosterbierum is over De Cock heen gevallen. „We hebben iedereen zowel voor als na de verbouwing uitgenodigd een kijkje te komen nemen. De reacties zijn positief. Niemand verwijt ons het plegen van heiligschennis, eerder zijn mensen blij dat de kerk op deze manier behouden blijft.” Wellicht dragen de smaakvolle inrichting en kleurstelling bij aan de acceptatie. De nieuwe paarse tinten passen wonderwel bij de oorspronkelijke witgrijze kleur van gewelf en preekstoel.
Op de kansel rust een negentiende-eeuwse huisbijbel, oorspronkelijk het eigendom van Klaas de Vries. „Gered uit het oud papier. De Vries was een vooraanstaand gereformeerde en dorpsomroeper van Oosterbierum. Ik leg deze Bijbel altijd open bij Prediker.”
Het Woord is gebleven in deze Friese plaats. Vakantie vieren staat bezinning blijkbaar niet in de weg.
Kerkgeschiedenis
Het rommelt in Oosterbierum in de jaren tachtig van de negentiende eeuw. Enkele dorpelingen zeggen de hervormde kerk vaarwel en beleggen eigen diensten. Op 29 mei 1888 staan ze bij notaris Jacob Jacobs Burggraaf op de stoep om grond voor de bouw van een kerk te kopen. Een perceel van 18 are grond ter breedte van 12,5 meter verwisselt die dag van eigenaar. Een halfjaar later verzekert het kerkbestuur bij de Nederlandsche Maatschappij van Brand-Verzekering „een kerkgebouw van steen, met pannen, met preekstoel, hek, vaste banken en toebehoren.” De gereformeerde kerk van Oosterbierum is een feit.
Ruim een eeuw later, op 17 januari 1999, vindt de laatste kerkdienst plaats in het gebouw. Van de 220 zitplaatsen zijn er slechts zo’n 50 bezet. De gereformeerden keren daarna terug naar de eeuwenoude Sint-Joriskerk. Hun kerk komt in handen van een kunstenaar in ruste. Hij wil een bed & breakfast in het gebouw onderbrengen, maar zijn initiatief komt niet van de grond. In 2002 kopen Paul de Cock en Chris Eisinga de kerk. Ze realiseren een splinternieuw logement in de kerkzaal, dat van alle gemakken is voorzien. Sinds september vorig jaar kunnen er maximaal zes gasten verpozen. De huurprijzen (in het laagseizoen) starten met 430 euro voor een midweek of een weekeinde en 730 euro per week. De accommodatie is aangesloten bij stichting Neerlands Goed.
Meer informatie: www.dekraakvanvandam.nl.
Trekpleisters
Wie zijn heil in De Kraak in Oosterbierum zoekt, ontmoet rust en ruimte. Tuin- en akkerbouw zijn de belangrijkste middelen van bestaan voor de circa 500 inwoners. Rond het Friese dorp voeren akkers en weilanden de boventoon. Pakweg 2 kilometer verder klotst het water van de Waddenzee tegen de dijk aan.
De eeuwenoude Sint-Joriskerk is de enige toeristische trekpleister. Opvallend is de grafsteen van Rienk Doedes op de dodenakker. Deze in 1713 verongelukte kaagschipper en ouderling vermaakte zijn vermogen aan diaconie en armvoogden op voorwaarde dat zijn graf nooit geopend zou worden.
In de wijde omgeving van Oosterbierum bevindt zich een keur aan historische steden. Zo telt de binnenstad van Harlingen ruim 500 historische panden. Ze vormen een kleurrijk geheel met de tjalken in de grachten. Het centrum biedt onderdak aan talrijke galeries en ateliers. De Martinikerk in Bolsward is dankzij het Hinszorgel pleisterplaats voor veel orgelliefhebbers. Sterrenkijkers kunnen hun hart ophalen in het Eisinga Planetarium in Franeker, het oudste nog werkende planetarium ter wereld.
Niet alleen in de Friese steden is veel te halen. Het oude cultuurlandschap met zijn terpen en karakteristieke kerkjes biedt een volwaardige tegenhanger voor al het stedenschoon.