Inzet burgerinfiltrant verboden
DEN HAAG (ANP) – Het blijft verboden criminele burgerinfiltranten in te zetten bij het opsporingswerk van de politie. Dat geldt ook voor het bewust doorlaten van drugs. Volgens minister Ballin (Justitie) is er geen aanleiding de huidige regels rond de bijzondere opsporingsbevoegdheden aan te passen.
Dat zei hij donderdag in de Tweede Kamer tijdens de bespreking van de begroting voor 2007 van het ministerie van Justitie. Topman Tom Driessen van de Nationale Recherche pleitte er begin deze maand voor de verboden opsporingsmethoden weer in te voeren in de strijd tegen de georganiseerde misdaad.Ook korpschef Peter van Zunderd van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) toonde zich vervolgens voorstander van ruimere wetgeving over het gebruik van infiltranten. De VVD, die tegen het gebruik van de methoden is, wilde tijdens de begrotingsbehandeling van Hirsch Ballin weten wat hij van de uitspraken van de leidinggevenden vindt.
De CDA–bewindsman maakte duidelijk dat de inzet van infiltranten verboden blijft, tenzij het gaat om de bestrijding van terrorisme. Ook het verbod op het doorlaten van drugs is in de praktijk volgens hem hanteerbaar. De minister wees erop dat ook de Raad van Hoofdcommissarissen dat vindt.
De inzet van de omstreden opsporingsmethoden veroorzaakte in 1993 de zogeheten IRT–affaire. Eind mei 1994 leidde die zaak ertoe dat twee ministers aftraden, onder wie Hirsch Ballin zelf. Ook de Amsterdamse procureur–generaal Van Randwijck vertrok. De opsporingsmethoden werden aan banden gelegd.