Het afgelopen halfjaar zijn twaalf medewerkers van hulpverleningsorganisaties door geweld om het leven gekomen, meer dan in de twee jaar daarvoor bij elkaar. Onder de organisaties die de verklaring naar buiten brachten zijn het Wereldvoedselprogramma (WFP), de hoge commissaris voor de vluchtelingen (UNHCR), het kinderfonds Unicef, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP).Het geweld in Darfur heeft sinds 2003 aan meer dan 200.000 mensen het leven gekost en 2,5 miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen. In de overbevolkte vluchtelingenkampen is het slecht gesteld met de hygiëne en breken ziektes uit. In 2006 kostte een cholera-epidemie in een kamp aan 147 mensen het leven.

De VN hebben de afgelopen jaren honderdduizenden levens weten te redden, zo zegt de verklaring, maar het geweld dat overal de kop opsteekt zorgt ervoor dat de humanitaire hulp de burgers niet kan bereiken. Door geweld gericht op vestigingen van de organisaties zien zij zich keer op keer genoodzaakt te verhuizen.

De Sudanese regering wordt ervan beschuldigd paramilitaire eenheden van de janjaweed op de rebellen te hebben losgelaten, die verantwoordelijk gehouden worden voor de ergste misdaden in het conflict. Ook seksueel geweld gericht tegen vrouwen neemt in schrikbarend tempo toe.

Een 7000 man sterke vredesmacht van de Afrikaanse Unie weet intussen met moeite een in mei overeengekomen staakt-het-vuren tussen de overheid en een rebellenbeweging overeind te houden, terwijl de Sudanese regering een resolutie van de VN-Veiligheidsraad tegenhoudt om 20.000 vredesmilitairen naar het gebied te sturen.