Gasfabriek leidde tot Bezuinigingspartij
OUD-BEIJERLAND - Het is 1861 als Jan Smit jr. uit Sliedrecht bij Koninklijk Besluit vergunning krijgt om in Oud-Beijerland een gasfabriek te beginnen. „Dat was redelijk vroeg voor een relatief kleine plaats als Oud-Beijerland.” De fabriek zorgde zestig jaar later voor grote beroering in de plaatselijke politiek.
De Historische Vereniging van Oud-Beijerland bracht deze week een boekje uitgebracht over gas en elektriciteit, geschreven door vicevoorzitter P. J. in ’t Veld van de vereniging. „De komst van de gasfabriek was tamelijk vroeg voor een redelijk kleine plaats als Oud-Beijerland”, zegt In ’t Veld. „En het is ook hier, net als bij de drinkwaterleiding, opvallend dat de fabriek voortkwam uit particulier initiatief.” Overigens ging het in eerste instantie alleen nog maar om gas voor openbare straatverlichting.Beter gesitueerden
De gasfabriek wordt gebouwd op de Oostdijk, waar nu een taxibedrijf is gevestigd. Pas vanaf 1910 werden de eerste huishoudens aangesloten. „Dat was uiteraard alleen voor de beter gesitueerden weggelegd. Het was in eerste instantie ook vooral voor verlichting bedoeld. In die tijd waren er namelijk nauwelijks apparaten.”
In 1929 doet elektriciteit haar intrede en al snel zijn de eerste 225 aansluitingen een feit. Gas werd al die tijd ter plaatse gemaakt, niet zoals nu, gedistribueerd en via buizen van elders aangevoerd. De productie was een technisch proces, waarvoor cokes de grondstof voor het propaangas vormden. Bij de gasfabriek stonden grote gashouders. In ’t Veld heeft slechts één incident kunnen achterhalen. „Dat was meteen in 1861. Toen explodeerde er een zuiveringskist waarbij een dode te betreuren viel.”
Vermogen
Toen de gemeente rond 1920 plannen opperde de verouderde gasfabriek op te kopen en zelf een gemeentelijke gasfabriek aan de Scheepmakershaven te beginnen, brak er een politieke storm los. Die leidde zelfs tot de oprichting van de Bezuinigingspartij. In ’t Veld: „Met slechts één stem verschil nam de raad het plan aan. Het ging toen om een bedrag van 223.000 gulden. Dat was in die tijd een vermogen. Veel raadsleden hadden de fabriek liever terugverkocht aan de eigenaar, om meteen op stroom over te schakelen.”
De nieuwe fabriek kwam er toch en functioneerde tot 1956. Toen werd overgegaan op aardgas. De erfenis van de fabriek was een enorme grondvervuiling van teer en ammoniak. Het kostte de provincie en de gemeente recent veel geld om alles te saneren voor de aanleg van de nieuwbouwwijk Havenkwartier. „In de contracten van destijds stond dat er betonnen tanks onder fabriek moesten komen om de restproducten op te vangen. Kennelijk waren die niet waterdicht.”
Het boek bevat veel foto’s, voor een groot deel uit particulier bezit. Het kost 10 euro en is onder andere te verkrijgen via de Historische Vereniging en via de auteur.