De meeste kandidaten zijn tussen de 26 en 35 jaar, gevolgd door de groep 16 en 25 jaar. Ze hebben vooral de Turkse (20 procent), Marokkaanse (19 procent) en Chinese (10 procent) nationaliteit.Dat blijkt uit een overzicht dat minister Verdonk (Integratie) woensdag mede namens minister Bot van Buitenlandse Zaken naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het basisexamen inburgering buitenland werd op 15 maart vorig jaar ingevoerd. Tot 30 september zijn er 1436 examens afgelegd. Van de kandidaten was 56 procent vrouw. Van hen slaagde 88 procent in een keer. Bij de mannen was dat 90 procent. De meeste deelnemers hebben een gemiddeld opleidingsniveau.

Veel migranten die zich duurzaam in Nederland willen vestigen, moeten eerst in hun land van herkomst slagen voor de toets voordat ze mogen afreizen. Nederland is het eerste land ter wereld dat deze eis aan niet–westerse nieuwkomers stelt.

Het basisexamen wordt op Nederlandse ambassades of consulaten afgenomen via een telefoonlijn die in directe verbinding staat met een computer in ons land. Het idee achter de verplichte inburgering in het buitenland is dat nieuwkomers sneller integreren als ze beter voorbereid hier aankomen.