De leerstoel is een gezamenlijk initiatief van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) en de universiteit. De Stichting ter Bevordering van de Studie betreffende Verschijnselen van Terrorisme en Contraterrorisme sponsort de leerstoel de eerste vijf jaar.Wat worden de belangrijkste aandachtspunten binnen uw functie?

„Vergelijk terrorisme met een diamant. Misschien niet helemaal correct, omdat een diamant zo mooi is en terrorisme niet. Wel zijn beide ontzettend veelzijdig. Verschillende universiteiten, instanties en disciplines onderzoeken ieder vanuit hun eigen gezichtspunt het fenomeen terrorisme. Een psycholoog houdt zich bezig met de vraag in hoeverre een sekte kan radicaliseren. Een wiskundige ontwikkelt een rekenmodel aan de hand waarvan te zien is wanneer een bepaalde groep radicaliseert. Mijn doel is die kennis te bundelen en daarmee te voorkomen dat er dubbel werk wordt gedaan en er op andere vlakken lacunes vallen.

Ander belangrijk aandachtspunt is de kwaliteit van de analyses bij de verschillende inlichtingendiensten te verbeteren. In de VS werd achteraf geconcludeerd dat ”nine-eleven” had kunnen worden voorkomen als de snippers informatie die de verschillende diensten hadden, beter waren bekeken. Ik wil onderzoeken hoe we de informatie beter kunnen analyseren.”

De Graaff wil als hoogleraar terrorisme ook een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat. „Je ziet het publiek overreageren na de moord op Van Gogh. Types als Mohammed B. hadden continu geobserveerd moeten worden. Maar dan zit je al snel met een praktisch probleem: er zijn duizenden extra mensen nodig om al dat observatiewerk uit te voeren. Over zulke feiten wil ik het publiek informeren.”

Moet de burger zich zorgen maken omdat zo’n leerstoel kennelijk nodig is?

„Niet meer dan anders. Terrorisme is nu eenmaal een maatschappelijk probleem. De ogen ervoor sluiten zou onverstandig zijn en in andere landen zijn er al vergelijkbare leerstoelen.”

Wat wilt u over vijf jaar bereikt hebben?

„Verbetering van de veiligheid. Ik hoop dat ik kan helpen dat kennis beter gedeeld wordt. Inlichtingendiensten hebben niet op elk vakgebied experts rondlopen. Waarschijnlijk zijn er wel mensen die veel weten over Pakistan, maar niet over Darfur of Somalië. Mooi zou zijn als specialisten uit bijvoorbeeld de academische of de journalistieke wereld die lacunes kunnen opvullen.”

Hoe groot acht u op dit moment de dreiging van een aanslag?

„Daar kan ik niets over zeggen. Ik neem niet het werk van de diensten over. Zij hebben een alarmeringssysteem. Zonder uitvoerig onderzoek kan ik niet zeggen hoe hoog de dreiging van een aanslag is. Wat ik binnen mijn nieuwe functie wel wil proberen is te kijken naar het fenomeen terrorisme. Hoe keken we er in de jaren zeventig naar en hoe nu? Het lijkt alsof we in die tijd relaxter mee omgingen. De vraag is: Hoe komt dat nu?”