De politieke leiders Balkenende (CDA), Bos (PvdA) en Rouvoet (CU) kwamen woensdagochtend bijeen in De Zwaluwenberg in Hilversum, het kantoor van de inspecteur-generaal der krijgsmacht. Ook hun secondanten, Verhagen, Tichelaar en Slob, meldden zich. Net als in het Friese Beetsterzwaag sluiten ze zich voor drie dagen af van de buitenwereld.De onderhandelaars praten deze week opnieuw over de financiële paragraaf van het nieuwe regeerakkoord. De partijen moeten het eens worden over hoeveel extra geld het nieuwe kabinet uittrekt voor investeringen in bijvoorbeeld het onderwijs, de oude wijken of de verpleeghuizen.

Grote obstakels zijn de hypotheekrenteaftrek, de AOW en de algemene heffingskorting. PvdA en ChristenUnie vinden elkaar op deze drie punten. Het CDA is naar verluidt weinig toeschietelijk.

Zo voelt het CDA niets voor een beperking van de hypotheekrenteaftrek, PvdA en ChristenUnie willen dat wel. Bovendien wil het CDA, in tegenstelling tot PvdA en ChristenUnie, rijke ouderen niet laten meebetalen aan de pensioenvoorziening. Ten slotte willen de christendemocraten een einde maken aan de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting, een jaarlijkse belastingkorting van ruim 2000 euro voor partners die geen betaalde arbeid verrichten. Bos en Rouvoet willen die in de huidige vorm handhaven.

Pers en politici speculeren inmiddels over de bezetting van de ministersposten. Bos zou volgens velen minister van Financiën willen worden. Zalm, de huidige minister op die post, zei eerder deze week al dat de „capabele Bos” een goede schatkistbewaarder zou zijn. Zelf ontkent de PvdA-leider de geruchten. Hij vindt nog steeds dat de politiek leider van zijn partij in de Tweede Kamer hoort te zitten. De enige uitzondering is als de politiek leider minister-president kan worden, aldus Bos.

Binnen het CDA circuleren de namen van fractievoorzitter Verhagen, als minister van Buitenlandse Zaken, oud-staatssecretaris Van Rooy, minister Van der Hoeven, huidig minister Van Ardenne en Kamerlid Verburg.

Bij de ChristenUnie komen senator Van Middelkoop, de Kamerleden Slob en Huizinga en Rouvoet zelf naar voren.