Raadsman C. Jongsma heeft G. geadviseerd te zwijgen omdat het openbaar ministerie naar zijn mening niet open genoeg is naar de verdediging. Hij is bang dat zijn cliënt ’hangt’ als er ook maar één ding niet overeenstemt met het dossier.Als het OM meer openheid verschaft, kan het zijn dat de verdachte ook meer informatie loslaat. Uiteindelijk zal hij op de zitting, wanneer de zaak inhoudelijk wordt behandeld, een verklaring afleggen, verwacht de advocaat.

Justitie verdenkt G. ervan dat hij zijn 12-jarige dochter in juni 2006 heeft vermoord en dat hij haar lichaam in stukken in de Nieuwe Maas heeft gegooid om haar dood niet bekend te laten worden. Lichaamsdelen van het meisje werden op verschillende plaatsen in tassen en in een trolley teruggevonden.

Lange tijd was onduidelijk van wie de lichaamsdelen waren. Van het hoofd liet het OM een reconstructie maken. Verscheidene mensen herkenden daarna de Rotterdamse Gessica in het Maasmeisje, zoals politie en justitie haar hadden genoemd.

Volgens de raadsman blijkt uit niets in zijn dossier dat G. zijn dochter om het leven heeft gebracht. Het dossier vindt hij veel te summier. Jongsma vroeg het OM daarom gisteren tijdens de pro-formazitting in Rotterdam om meer stukken, zoals het sectierapport. De rechtbank besliste echter dat hij in het belang van het onderzoek deze gegevens nog niet krijgt. Justitie stelt dat er voldoende aanwijzingen zijn die in zijn richting wijzen.

De verdachte moet voor nader onderzoek naar het Pieter Baan Centrum (PBC). Volgens zijn advocaat is de boomlange Rotterdammer psychisch in orde. „Hij is een normale man. Ik kan nergens uit opmaken dat hij een slechte vader was.” De zaak is voor drie maanden aangehouden.