Het panel nam de veiligheid bij BP onder de loep naar aanleiding van een groot ongeluk twee jaar geleden.De oliemaatschappij werd in 2005 opgeschrikt door een explosie in haar raffinaderij in Texas City. Daardoor verloren 15 mensen het leven en raakten er 170 gewond. De commissie-Baker heeft naar aanleiding van dat ongeluk een reeks aanbevelingen aan BP gedaan. Er moet vooral scherper worden toegezien op de veiligheid tijdens het raffinageproces en harder worden opgetreden bij overtredingen, aldus het rapport.

Volgens de commissie had BP voor de explosie in Texas City een vals gevoel van veiligheid gecreëerd door vooral te hameren op de individuele veiligheid van het personeel. Het bedrijf gebruikte daarbij het aantal persoonlijke ongelukken als graadmeter. Daardoor besteedde het te weinig aandacht aan de algemene veiligheid van zijn installaties.

De commissie-Baker noemt „zwak leiderschap” als een van achterliggende oorzaken van de ramp. Vrijdag maakte topman John Browne van het olieconcern bekend dat hij in juli vervroegd vertrekt. Hij leidde het bedrijf sinds 1995 en zou eigenlijk aanblijven tot 2008. Zijn imago had mede door de explosie in Texas echter een flinke deuk opgelopen. Browne zei gisteren dat BP de adviezen van de commissie-Baker zal opvolgen.

Sommige toezichthouders menen dat het ongeval voor een deel te wijten is aan ondoordachte bezuinigingen van BP op veiligheidsgebied. De commissie-Baker bevestigt dat ten dele, maar zegt ook dat er geen sprake was van opzet. Het panel stelt verder dat de problemen bij BP niet uniek zijn, maar zich ook elders in de Amerikaanse olie-industrie voordoen.