Rijden met de koffie ín het bekertje
APELDOORN - Een busondernemer met maar één bus, is dat rendabel? „Twee bussen kosten een hoop geld.”
De Hool T915 Acron is een plaatje. Wit met een regenboogbies aan de onderzijde. Stickers met gele, lachende gezichten op de deuren. In rode letters de naam: Happybus.nl.Van deze bus is er maar één in Nederland. Eigendom van een chauffeur uit Apeldoorn die enkele maanden geleden voor zichzelf begon. En met redelijk succes.
„Rijden op een bus is altijd een jongensdroom geweest”, vertelt Leen Berkhoff (53). Naast zijn baan als boekhouder is hij al vele jaren actief als touringcarchauffeur in het besloten busvervoer, eerst bij Winnemuller in Herveld („een mooi bedrijf met mooie bussen”) en daarna bij de firma Deto in Deventer.
Hij reed van alles: scholieren naar de dierentuin, personeelsfeestjes naar restaurants en meerdaagse trips naar vrijwel alle grote steden in Europa. „Ik ben wel veertig keer in Londen geweest. Die stad ken ik beter dan Apeldoorn.”
De ritten voor zijn laatste werkgever bevielen niet. „Voor de helft van de tijd was het schoolvervoer. Niets ten nadele van, maar daarvoor ben ik niet in de wieg gelegd.” Hij zou absoluut geen chauffeur in het openbaar vervoer willen zijn. „Die collega’s moeten op tijd rijden. Racen soms over de weg. Je moet zo rijden, vind ik, dat de koffie in het bekertje blijft.”
Langzaam begon het idee te rijpen: waarom niet zelf een bus gekocht? Berkhoff beschikte wel over de benodigde rijbewijzen, maar niet de „zware vergunningen” die nodig zijn om als busondernemer te starten. „De drie eisen zijn betrouwbaarheid, kredietwaardigheid en vakbekwaamheid. Aan de eerste twee voldoe ik als chauffeur en boekhouder. De derde gaat bijvoorbeeld over Europese regelgeving, rij- en rusttijdenwet en EHBO.”
De cursus om het examen beroepsvervoer te kunnen halen vergt een jaar. Berkhoff joeg zich in anderhalve maand door de stof en slaagde. „Het laagste cijfer was een zesje. Dat stak me nog.”
De zoektocht naar een geschikte tweedehandsbus („een nieuwe kan ik niet betalen, die kost 350.000 euro”) bracht de Apeldoorner bij een van de monteurs van zijn oude werkgever Winnemuller. „Een man met gouden handjes die ook voor zichzelf is begonnen. Hij had de Hool T915 Acron staan. De bus is van Koninklijke Beuk in Noordwijk geweest. Hij is enkele jaren oud, maar ziet er na een grondige opknapbeurt weer als nieuw uit.”
Berkhoff bracht zelf een cd- en een dvd-speler, een navigatiesysteem en een achteruitrijcamera aan in de bus. Bovendien kwamen er klaptafeltjes aan de stoelen. „Spullen die ook in een nieuwe bus zitten. Ik wil comfort bieden.”
Happybus richt zich op het besloten busvervoer. „Dat kan een school, club of vereniging zijn. Maar ook zomaar een groep mensen die iets leuks willen doen.”
Berkhoff laat een kaart zien van een echtpaar dat in maart veertig jaar getrouwd is en met de hele familie een dagje naar de Biesbosch wil. „Geen probleem. Alles wat in het kader van de wet is toegestaan, vervoeren we.”
Het prijskaartje van de Happybus hangt af van het aantal gereden kilometers en het aantal rij- en wachturen. Een complete dag met de Happybus, met 49 zitplaatsen, komt op ongeveer 600 euro. „Ik verhuur alleen de bus, ik organiseer niet.”
Populair deze dagen is het skicentrum in het Duitse Bottrop. „Het is de grootste overdekte skibaan van Europa en pas overgenomen door Van der Valk. Daar gaan heel veel Nederlanders naartoe. Vorige week reed ik erheen met een groep scholieren uit Arnhem en het personeel van een schildersbedrijf uit Brummen.”
Groepen studenten ziet Berkhoff liever niet in zijn bus. „De jongeren kennen geen normen en waarden. Hangen de beest uit, zeker als het om een gala gaat.” En het liefst? „Zangkoren. Die mensen hebben een band met elkaar. De stemming zit er vaak goed in.”