Kanhai zegt het een kwalijke zaak te vinden dat de regerende Nieuw Front-coalitie, waartoe Pertjajah Luhur behoort, een man met de reputatie van Somohardjo heeft toegestaan minister te worden. Bij de samenstelling van de regering werd de kandidaat voor het ministerie van Openbare Werken van de lijst gehaald omdat hij in zijn jonge jaren een bibliotheekboek had gestolen. Kanhai beweert dat het niet lang zal duren voor Somohardjo ook in Suriname failliet verklaard zal worden. Volgens hem wilde Pertjajah Luhur-voorzitter Somohardjo met alle geweld minister worden vanwege de financiële voordelen die een dergelijke functie met zich meebrengt. Geschikt acht Kanhai Somohardjo geenszins. „Integendeel, een groot deel van de achterban van de partij is ontevreden over de wijze waarop Somohardjo opereert. Een deel van de parlementariërs wil Somohardjo zelfs de rug toekeren."

De parlementariërs hebben dit inmiddels in een open brief ontkend. Desondanks is Kanhai van mening dat Somohardjo de eer aan zichzelf moet houden en moet opstappen. „Als hij dat niet doet, moet president Ronald Venetiaan hem ontslaan." De kans dat Venetiaan hiertoe over zal gaan wordt in Suriname klein geacht omdat hij daarmee het voortbestaan van zijn regering in gevaar brengt.

Somohardjo ontkent de beschuldigingen van Kanhai niet, maar vindt wel dat hij de kwestie opklopt om politieke onrust te zaaien. De minister zegt dat Kanhai geen recht van spreken heeft omdat hij nooit lid van Pertjajah Luhur is geweest. Een opmerking die zijn integriteit geen goed heeft gedaan, want een dag later toonde Kanhai zijn lidmaatschapskaart aan journalisten. „Dit geeft wel aan hoe onbetrouwbaar Somohardjo is. Zijn gedrag is een minister onwaardig."