Dankbaar, ondanks diep verdriet
STRIJEN - Het dodelijke ongeluk van zijn dochter was „de grote zwarte dag” in zijn leven.” Het overlijden van zijn enige zus aan kanker en de ontdekking van kanker bij hemzelf, kort daarna, eisten hun tol in zijn leven. Gisteren nam ds. L. Schaap op 62-jarige leeftijd afscheid van de hervormde gemeente van Strijen en ging met vervroegd emeritaat. „Toch staat hier een dankbaar mens.”
Op 5 oktober 2004 kreeg het echtpaar Schaap de grote klap van hun leven. Hun jongste dochter van 27, Elsbeth, werd in Rotterdam op haar fiets door een automobilist gegrepen. Hij reed door rood omdat hij voor negen uur nog een lot in de winkel wilde kopen. Elsbeth werkte in de Daniel den Hoedkliniek op de afdeling palliatieve zorg als oncologieverpleegkundige. „Zij zag dikwijls stervende mensen. Dat heeft haar leven gestempeld.”Toen het echtpaar Schaap haar kamer in Rotterdam de dag erop ontruimde, stond de laptop nog aan. „Ze werkte aan een hoofdstuk over palliatieve zorg onder kankerpatiënten. Het was bestemd voor een handboek voor de oncologie. In dat schrijven had ze veel plezier.
Maar nog verraster waren we met de ontdekking van een tiental dagboeken waarin ze elke dag verslag deed van haar geestelijk leven. Dat ging niet over het weer, of de zon wel of niet scheen, maar over God. ’s Avonds ging de laptop uit en schreef zij over haar geloof, aanvechtingen en vele gedachten en gebeden. Dat was ons tot een grote troost.”
Elsbeth is begraven in Huizen, overeenkomstig haar wens. „Daar hebben we een tijd gewoond. Merkwaardig dat zij deze wens om daar begraven te worden al op haar leeftijd deed. We kregen na haar sterven veel meeleven uit het hele land. Zij had ongelooflijk veel contacten: 300 telefoonnummers in haar mobiele telefoon. Ik ben al blij dat ik er 30 heb! Ze moet wel drie levens gehad hebben.”
Na vijf weken preekte ds. Schaap uit Psalm 77:20 en 21. „God, Die Zijn voetstappen niet bekendmaakt, maar onze weg leidt door de diepste wegen. Zo mochten wij ons geborgen weten in de armen van onze God, zonder enige vorm van opstandigheid, maar in stille overgave aan Hem. „Zouden we het goede van Hem ontvangen, en het kwade niet?” zeggen we met Job en we stemmen in met zondag 10 van onze Heidelberger Catechismus.”
Prostaatkanker
Lambertus Schaap werd op 21 november in 1944 geboren in Amersfoort. Hij woonde daar tot zijn vijftiende jaar. Schaap studeerde theologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij diende achtereenvolgens de gemeenten van Eemnes-Buiten (1974), Schoonhoven (1978), Nijkerkerkveen (1988), Giessendam-Neder-Hardinxveld (1994) en sinds 1999 Strijen.
In deze laatste gemeente vonden de meest ingrijpende dingen in zijn leven plaats, die hem dwongen om vervroegd met emeritaat te gaan. In 2005 ontdekte men bij ds. Schaap prostaatkanker. „Het was een wonder dat het in een vroeg stadium werd geconstateerd, want ik had helemaal geen klachten. Kanker stempelt je leven. Er volgde een ingrijpende behandeling met brachytherapie, inwendige bestraling, met als uiteindelijke conclusie dat de overlevingskans gelukkig wel groot is.”
Toch kwam de vermoeidheid zodanig opzetten, dat ds. Schaap nauwelijks meer in staat was een nieuwe preek te maken. „Ik mis de rust en concentratie. Ook lezingen en het leiden van kringwerk lukt niet meer, wel catechisaties; daar werd ik in beslag genomen. Ik heb tot op deze dag een groot deel mijn preekbeurten kunnen vervullen en hoop dat ook na mijn emeritaat te doen. Je blijft immers Verbi Divini Minister.”
Ds. Schaap werd afgekeurd. „Volgens de arboarts had ik de top vijf, zoals hij zei. In de eerste plaats: verlies van je kind. Dat staat op nummer 1, zelfs meer dan het verlies van eigen vrouw of man. Ik kan dat niet beoordelen. Vervolgens heb ik kanker gekregen, werd het werken steeds moeizamer, kende ik familieverlies, vanwege het overlijden van mijn zuster, en er is sprake van mantelzorg. We hebben namelijk drie hoogbejaarde ouders die onze zorg vragen. Toen de arts dit alles aanhoorde, zei hij: U mag van mij morgen stoppen.”
Zorgen over prediking
Na de afscheidsdienst gisteren woont het echtpaar Schaap voorlopig nog enkele maanden in Strijen. Mevrouw Schaap verzorgt godsdienstonderwijs op de openbare scholen en zoekt een opvolger om het werk te kunnen overdragen. Daarna gaat het echtpaar in Nijkerk wonen.
Ds. Schaap heeft zorgen over de gereformeerde prediking in de volkskerk. „Allerwegen zie je dat de leer omstreden wordt en dat de tweede dienst steeds meer onder druk komt, ook in eigen kring. Ik heb graag de catechismus gepredikt, want dat behoedt je voor stokpaardjes en je laat de hele Schrift spreken. We zijn bang geweest voor het modernisme en de vrijzinnigheid, maar een even groot gevaar zijn nu de evangelische invloeden.”
Ds. Schaap kent de situatie van binnenuit. „Pas werd mij gevraagd om een dienst op eerste paasdag te leiden. De scriba waarschuwde mij echter: er is een combo in de kerk en u zult het daar niet mee eens zijn. Nee, zei ik, dat ben ik zeker niet. Er doen nu talloze andere liederen hun intrede, ook in de eredienst, met een nogal eens oppervlakkige inhoud die het niet haalt bij de diepten en de hoogten van onze psalmen. Ik hoor van het geven van een getuigenissen tijdens het afleggen van belijdenis, maar ook in gewone diensten. Het moet allemaal tegenwoordig opgeleukt worden, zoals dat heet, anders komen mensen niet meer in de kerk, zegt men.”
Kennen we nog het besef van de heiligheid van God, zo vraagt de predikant zich af. „Men spreekt veel over de liefde van God. Die stáát ook voorop, maar er is ook het andere. En dan dat ik-denken in het gebed, tot en met het consistoriegebed: „Ik bid u.” Als het over ons gebed tot God gaat, past de pluralis majestatis: „Wij bidden U.”
De emeritus predikant voelt zich aangesproken door wat ds. G. Boer zei over het preken: een moeilijk, zwaar, maar heerlijk werk. „Je hoort in de prediking de deur opengaan, als het ware scharnieren. Hij gaat open voor hen die niet buiten de Heere Jezus kunnen leven, maar sluit voor hen die blijven bij hun eigen leven en waarheid. Dat is aangrijpend! Er is geen derde weg, en als die bestaat dan is dat de weg van het verderf. „Wie niet voor Mij is, die is tegen Mij.”
Er is in onze kring helaas veel arrivé-geloof. Mijn hoop voor de kerk is het beloftewoord van de Heere Jezus: „Ik zal Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel zullen Mijn gemeente niet overweldigen.” Daarom preekte ik gisteren over: Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid.”
Levensloop
Geboren: 21 november 1944.
Studie: theologie Rijksuniversiteit Utrecht.
Gemeenten: Eemnes Buiten (1974), Schoonhoven (1978), Nijkerkerkveen (1988), Giessendam Neder Hardinxveld (1994) en Strijen (1999).