Volgens de vertegenwoordiger van Unicef in Somalië, Christian Balslev-Olesen, heeft zowel de interimregering als de Unie van Islamitische Rechtbanken kinderen gerekruteerd om voor hen te vechten, maar maken vooral de islamisten zich openlijk schuldig aan dergelijke praktijken. Interviews met kindsoldaten bewijzen dat, zegt hij.De 16-jarige Adirisaq Khalid Ahmed zat schoenen te poetsen op de markt van Mogadishu, toen hij door een soldaat van de islamitische militie werd benaderd om dienst te nemen. Hij zei ja. Ahmed sprak met het persbureau AP vanuit het huis van zijn oom, waar hij herstelt van schotwonden in zijn rug en dijbeen. Hij wil absoluut niet worden gefotografeerd, want hij is bang voor de regering, die de islamisten met hulp van het Ethiopische leger in een uithoek van het land heeft gedreven. Ook vreest hij voor represailles van mensen die boos zijn over de strenge islamitische straffen die de islamisten voor hun verdrijving in Somalië oplegden. Als hij hersteld is, wil hij best weer gaan vechten, zegt hij.

Unicef en de mensenrechtenorganisatie Save the Children riepen de strijdende partijen gisteren op onmiddellijk alle kinderen vrij te laten uit hun strijdkrachten of uit detentiecentra waar zij mogelijk worden vastgehouden. Jonge kinderen die aan gevechten en doodslag worden blootgesteld, ondervinden daar hun hele verdere leven kwalijke gevolgen van, zegt Balslev-Olesen.

De 14-jarige Awale Sheik Osman zegt dat hij verscheidene „vijandelijke” soldaten heeft gedood in Idale, 60 kilometer ten zuidwesten van het regeringsbolwerk Baidoa. Of het Somalische of Ethiopische soldaten waren kan hij niet zeggen. Hij is nu terug in Mogadishu en houdt zich schuil bij zijn moeder. „Ik kreeg helaas een kogel in mijn linkerhand, maar ik was bereid te sterven voor de verdediging van mijn geloof”, zegt hij. Hij was gerekruteerd in een moskee in de buurt van zijn huis.

Drie jongens die door de islamisten waren benaderd om te vechten en wapens van hen hadden gekregen, zijn net op tijd de dans ontsprongen. „We zaten bij ons huis in Mogadishu, toen ze op ons af kwamen en vroegen of we goede moslims waren”, zegt de 15-jarige Hassan Abdi Haji. „Ze gaven ons geweren en zeiden dat ze terug zouden komen met uniformen.” Maar voordat ze konden terugkomen, werden de islamisten door het Somalische en Ethiopische leger uit Mogadishu verdreven. Haji zegt dat hij en zijn vrienden de wapens hebben weggegooid en naar hun ouders zijn gegaan.