Inspectie: Niets loos met beleid De Passie
UTRECHT - Het is niet waarschijnlijk dat de Onderwijsinspectie de evangelische scholengemeenschap De Passie ter verantwoording roept over haar standpunt ten aanzien van homoseksuele leerkrachten.
Een woordvoerder van de inspectie zei vrijdagmorgen nog geen definitief standpunt te hebben, maar de kans op maatregelen is volgens hem zeker na de persverklaring van De Passie „heel erg klein.”Onlangs publiceerde Het Parool een scholengids, waarin de identiteit en het toelatingsbeleid van Amsterdamse scholen werd omschreven. Over De Passie las de Amsterdamse onderwijswethouder Aboutaleb (PvdA) daarin tot zijn verontwaardiging de zinsnede dat homoseksualiteit niet strookt „met de uitgangspunten van deze school”.
De evangelische scholengemeenschap benadrukte daarop dat alle medewerkers als ze bij De Passie in dienst treden verklaren dat zij de Bijbelse uitgangspunten van de school persoonlijk zullen naleven en zullen voorleven. „Die verklaring ziet op een reeks uiteenlopende gedragingen, het hebben van een homoseksuele relatie is daarvan slechts een onderdeel”, lichtte landelijk bestuurssecretaris J. W. Mout vrijdagmorgen toe.
Mout weet niet exact hoe de contacten tussen De Passie en Het Parool zijn verlopen. Wel merkt hij op dat het standpunt van de school nog nooit voor problemen heeft gezorgd. „Scholen hebben het recht hun identiteit te bewaken. Volgens mij heeft het de voorkeur van de wetgever dat ze daar consequent in zijn.”