Eerlijk kerk-zijn in dictatuur kan
De kwestie van de afgetreden Poolse aartsbisschop Wielgus roept de vraag op hoe christenen in een dictatuur schone handen kunnen houden. Als je je maar door het Evangelie laat leiden, en niet door macht en geld, dan kan het, stelt Pedro Snoeijer.
Er is in Polen van alles gaande rond de affaire van het aftreden van bisschop Wielgus als aartsbisschop van Warschau. De vraag rijst hoe het is om als christen te leven en te functioneren in een dictatuur.De verleiding om samen te werken met de dictatuur is groot. Het geeft voordelen om aan de kant van de machthebber te staan, en dat is dan ook nogal eens het motief.
De geheime dienst zocht de mensen die benaderd werden zorgvuldig uit. Deze mensen werden onder druk gezet en bedreigd. Onlangs was er nog een zaak in Polen waarbij iemand zijn collega’s op het werk bekende dat hij voor de geheime dienst gewerkt had. Hij was bedreigd: als hij niet mee zou werken, zouden hij en zijn gezin kapotgemaakt worden. Hij werd enorm onder druk gezet en wilde niet dat zijn kinderen en vrouw erge dingen zouden overkomen, daardoor gaf hij uiteindelijk toe. Deze man moet onbeschrijflijk zware jaren hebben gehad. In zo’n geval moeten we zeer voorzichtig zijn met ons oordeel.
Er zijn natuurlijk verschillende vormen van samenwerken. In het communistische Polen kwam het vaak voor dat iemand die een reis naar het buitenland wilde maken een gesprek had met iemand van de geheime dienst en zich loyaal moest verklaren en dat met een handtekening moest bevestigen. Zonder een dergelijke handtekening kreeg je geen paspoort. Betekent dit dat zo iemand collaboreerde met de dictatuur? Het is echter wat anders om ook daadwerkelijk familie of kennissen aan te geven, wetend welke consequenties dat voor hen kan hebben.
Het is ondertussen duidelijk geworden dat bisschop Wielgus niet onder druk gezet is om samen te werken met de geheime dienst. Hij heeft bewust en vrijwillig samengewerkt met de geheime dienst en daartoe zelfs speciale cursussen voor geheime agenten gevolgd. Hij had daar persoonlijk voordeel van (onder andere de mogelijkheid tot studie in het buitenland). We kunnen niet anders dan dit veroordelen, zeker als we denken aan al die christenen die in Polen en andere landen daadwerkelijk op een of andere wijze geleden hebben onder de communistische dictatuur.
Dit is ook een voorbeeld van hoe de communistische geheime dienst probeerde te infiltreren en hoe dat gedeeltelijk ook gelukt is, want er zijn veel meer van dergelijke gevallen.
De Roomse Kerk vormde weliswaar het grote oppositieblok, waarin inderdaad veel verzet georganiseerd werd, en er waren zeker geestelijken die zich verzetten. Maar het is ook waar, naar nu steeds duidelijker wordt, dat geestelijken samenwerkten met de geheime dienst en hun collega’s verrieden (naar schatting geldt dit voor ongeveer 10 procent van alle geestelijken).
Is het dan mogelijk om als kerk te blijven bestaan in een dictatuur zonder op enigerlei wijze samen te werken met de dictatuur? Het antwoord luidt voluit ja. De protestantse kerken in Polen zijn zeer klein (minder dan 0,5 procent van de bevolking) en zowel de staat als de Rooms-Katholieke Kerk was hen vijandig gezind. Toch hebben deze kerken stand kunnen houden zonder veel concessies te doen.
De geschiedenis van kerken in andere landen (bijvoorbeeld de voormalige USSR en Roemenië) bewijst het ook. Als christen mogen we geloven dat de Heere Zijn Kerk bewaart en dat Hij kracht geeft om vol te houden. Ik heb christenen uit verschillende Oost-Europese landen leren kennen die kunnen getuigen dat dat heel waar is.
Onaantastbaar
In het schandaal rond de afgetreden aartsbisschop speelt echter nog iets anders mee. In Polen staan rooms-katholieke geestelijken in de praktijk vaak boven de wet. De archieven van de voormalige geheime dienst zijn toegankelijk voor het publiek; er bestaan lijsten waarop alle namen staan van mensen die -op welke onbeduidende wijze ook- hebben samengewerkt met de dictatuur. Alleen de geestelijkheid is hiervan uitgesloten, omdat de Roomse Kerk zich daartegen keerde, en de politiek daarmee instemde. Geestelijken genieten in Polen ongekende privileges en zijn bijna letterlijk onaantastbaar voor de wet.
Bisschop Wielgus ontkende stellig dat hij met de geheime dienst samengewerkt had. Pas toen er harde bewijzen waren dat hij bewust en vrijwillig samenwerkte met de geheime dienst, gaf hij toe en bood hij zijn verontschuldigingen aan. Door deze handelwijze zijn zijn verontschuldigingen voor veel mensen niet meer geloofwaardig. Zo’n persoon is niet betrouwbaar en mag daarom zo’n belangrijke functie niet bekleden.
Het ambt van aartsbisschop van Warschau is een van de hoogste functies in Polen. Degene die deze functie bekleedt, heeft een grote morele autoriteit. De Roomse Kerk vindt het kennelijk geen probleem dat iemand met een verleden als dat van bisschop Wielgus deze functie bekleedt. De reden dat Wielgus aftrad was niet het feit dat hij samengewerkt had met de geheime dienst, maar het feit dat er een mediaschandaal ontstaan was.
Er wordt hier met twee maten gemeten. Een paar maanden geleden had kardinaal Gemp (nu nog aartsbisschop van Warschau) gezegd dat het goed was dat de archieven geopen werden en de schuldigen geoordeeld zouden worden. Nu een hoge geestelijke geoordeeld wordt, veroordeelt kardinaal Gemp plotseling deze werkwijze in scherpe bewoordingen. Deze hypocrisie is helaas typerend voor de Roomse Kerk in Polen.
Het probleem dat nu in Polen speelt is mijns inziens niet zozeer het vraagstuk van het functioneren binnen een dictatuur. Protestantse kerken in verschillende landen hebben laten zien dat je kunt functioneren en overleven. Zodra je je echter niet meer laat leiden door het Evangelie maar door eigen voordeel, geld en macht, gaat het mis en wordt de verleiding tot samenwerking heel groot. Bij alles blijft gelden dat we niet te snel moeten oordelen.
De auteur is veldwerker in Polen voor de stichting In de Rechte Straat (IRS).