Dat stelde voorzitter A. de Boer van de Vereniging tot Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK) woensdag in zijn nieuwjaarstoespraak.Volgens De Boer moeten (huis)artsen specifiek geschoold worden in het voeren van de besluitvormingsgesprekken. Voor de gesprekken moet een vast protocol worden ontwikkeld dat ervoor zorgt dat alle relevante zaken in het gesprek in een niet-dwingende setting aan de orde komen. Daarmee moet een eind komen aan de huidige situatie, waarin vrouwen vaak incompleet, te vaag en niet consequent worden geïnformeerd over de alternatieven voor abortus. Daardoor komen gesprekken met artsen vaak neer „op een eenzijdig advies om op voorhand voor abortus te kiezen”, aldus De Boer.

Bij alternatieven denkt de VBOK-voorzitter aan zaken als voorlichting over hulp in de financiële, relationele, opleidings- en huisvestingssfeer en over de mogelijkheid van adoptie. „Alleen op die manier krijgt de vrouw een faire keus en het ongeboren kind een faire kans.”

De Boer realiseert zich dat in de kabinetsformatie de Wet afbreking zwangerschap niet van tafel zal gaan. Daarom moet volgens hem ingezet worden op een eerlijke en meer humane uitvoering van de wet, waarbij de inzet is om ook het ongeboren leven te beschermen.

Uit het feit dat er in de samenleving veel meer oog komt voor de nood van kinderen en dat jeugdzorg en jeugdbescherming versterkt worden, put De Boer de hoop dat er ook een kentering zal komen in de bescherming van ongeboren kinderen. „Abortus blijft een kwaad”, aldus De Boer, „maar het is beter een kaars aan te steken dan de duisternis te vervloeken.”