Kerk & religie

„Dooptheologieën vaak ingewikkelde constructies”

WAGENINGEN - Het einde van Nederland als gedoopte natie gaat gepaard met een toenemende betekenis van de doop. Zo luidde de stelling aan het slot van een forumavond over de doop, die het Wageningse dispuut Dei Gratia, uitgaande van de studentenvereniging CSFR, woensdag belegde.

Van een medewerker
11 January 2007 10:22Gewijzigd op 14 November 2020 04:25

De avond over ”De doop in het licht van het verbond” vormde de derde en laatste binnen het eerste halfjaarthema van het dispuut over het verbond. Voor de forumavond waren uitgenodigd de hervormde emeritus predikant dr. W. de Greef, prof. dr. G. Rouwhorst van de Katholieke Theologische Universiteit Tilburg en prof. dr. O. H. de Vries, bijzonder hoogleraar vanwege de Unie van Baptisten Gemeenten in Nederland aan de Universiteit Utrecht.Onderstreping
Volgens dr. De Greef heeft de doop alles te maken met de inhoud van het Evangelie. „In de doop worden we door God bij onze naam genoemd. Maar de doop moet zijn uitwerking krijgen in ons dagelijkse leven.”

De doop maakt, aldus prof. Rouwhorst, deel uit van het proces van bekering en geloof. „Dat proces is echter niet af als het niet bezegeld is met de doop. Wij maken immers deel uit van een gemeenschap. Daarin is de doop een markeringspunt.”

Volgens prof. De Vries is de doop meer een symbool. Voor hem als baptist is de doop een ontmoeting tussen God en mens, hoewel hij deze niet theologisch tegen elkaar wil uitspelen.

Voor de hervormde emeritus predikant dr. De Greef gaat het Woord van God voorop en zijn de sacramenten een onderstreping van dat Woord. „De liefde van Jezus Christus komt in de doop tot ons. Wat Hij ons in het Evangelie belooft, wordt aan mij in de doop verzegeld”, aldus dr. De Greef.

Prof. De Vries noemde de doop een overgangspunt in het leven. „In de doop gaat een mens met Christus de dood in en staat hij met Hem op in een nieuw leven. Dat laat zich niet psychologisch verklaren of proclameren. Het is het geheim van de Geest.”

Volgens dr. De Greef begint sterven en opstaan met Christus niet met de doop, maar met het Evangelie. „Dát wordt in de doop versterkt. We moeten niet met de doop beginnen, maar met het Evangelie.” De vraag waarom er kinderen gedoopt worden, moet volgens hem beantwoord worden met: omdat ze erbij horen.

„Er zijn geen echte christenen en opwegchristenen”, stelde prof. Rouwhorst. Dr. De Greef ziet echter geen breuk tussen de God van ons en Die van onze kinderen. „Hij heeft ons op het oog, in de samenhang van ons en onze kinderen.”

In de traditie van baptistengemeenten spreekt de daad van de doop het meest tot de verbeelding. Prof. De Vries noemde het een intersubjectief gebeuren. „God en mens zijn bij de doop handelend betrokken.” Daarom kiest hij als baptist voor de volwassendoop.

Prof. De Vries zei wel begrip te hebben voor het feit dat je wat met kinderen moet die in een christelijk gezin worden grootgebracht, maar wil niet dat daar het ritueel van de kinderdoop voor gebruikt wordt. Niet dat hij de kinderdoop waardeloos wil noemen. Hij noemt het zelfs een waardevolle handeling van verwelkoming van nieuw leven in de kring van Gods genade. „Maar voor een baptist is het de vraag of daarmee recht gedaan is aan de doop”, aldus De Vries.

De wederdoop of de overdoop ziet hij dan ook als een bevestiging en erkenning aan de ouders voor wat zij aan het kind gedaan hebben. „De overdoop is dan een bewuste keus van de volwassene om gedoopt te worden.”

De doop, aldus dr. De Greef, is in het Nieuwe Testament ingesteld door Jezus Christus zelf. „De belofte is voor ons en onze kinderen”, zei hij. Daarmee verwijst hij naar het verbond met Abraham en zijn zaad.

Volgens prof. De Vries moet een ware dooptheologie kortgesloten zijn op het Nieuwe Testament. „Veel dooptheologieën zijn uitermate ingewikkelde dogmatische constructies.”

De besnijdenis onder het oude verbond noemde hij een ingreep in het natuurlijke en de doop onder het nieuwe verbond een teken van het geestelijk nakomelingschap van Abraham.

Volgens dr. De Greef gaat het bij beide om een geestelijke werkelijkheid. Prof. De Vries erkent dat de grond van Gods verbond met Abraham in Gods uitverkiezing ligt. „Het initiatief gaat van God uit”, zei hij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer