Terugdraaien wetten niet het eerste doel
Moet de ChristenUnie tijdens de formatieonderhandelingen niet primair inzetten op de intrekking van de slechte wetgeving van de afgelopen decennia? Nee, zegt G. J. Schutte. Het kwaad zit niet in de eerste plaats in de geldende wet, maar in de bestaande praktijk. Dáár moet de koerswijziging beginnen.
Het is al meer dan 25 jaar geleden dat de Wet afbreking zwangerschap tot stand kwam. Daarmee werd een jarenlange strijd tussen aanhangers van het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw en mensen die opkwamen voor de bescherming van het ongeboren kind in het voordeel van de eersten beslist.Nadien is deze lijn doorgetrokken in andere wetgeving. Euthanasie werd wettelijk mogelijk gemaakt, homorelaties werden gelijkgesteld aan een huwelijk van man en vrouw en prostitutie werd gelegaliseerd door afschaffing van het bordeelverbod.
In al deze gevallen leverden de kleine christelijke partijen principieel verzet, maar de overmacht was vooral onder de paarse kabinetten te groot.
Nu lijkt het erop dat de ChristenUnie voor het eerst kan deelnemen aan een kabinet en samen met het CDA mogelijk zelfs kan zorgen voor een christelijke meerderheid in het kabinet. Geen wonder dat veel christenen hieraan hoop ontlenen op een principiële koerswijziging. Libertijnen van allerlei soort weten daarentegen niet hoe somber zij de toekomst moeten schilderen in het geval deze kabinetsformatie zou lukken.
Welke perspectieven zijn er mogelijk op ethisch-politiek gebied als er een kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie zou komen? En waarvoor zou met name de ChristenUnie zich daarbij sterk kunnen maken?
Sommige christenen hopen dat zal gebeuren wat libertijnen vrezen, namelijk dat de slechte wetgeving van de afgelopen decennia zal worden teruggedraaid. Als dat echter de inzet van de onderhandelingen zou moeten zijn, zouden deze wel eens spoedig op een mislukking kunnen uitlopen. Daarvoor is geen politieke meerderheid te vinden. Maar wat belangrijker is: het intrekken van slechte wetgeving betekent nog niet de terugkeer naar een ethisch meer verantwoorde praktijk.
Abortuspraktijk
Het is goed de ontstaansgeschiedenis van de Wet afbreking zwangerschap in herinnering te roepen. Voordat deze wet tot stand kwam, was er sprake van een omvangrijke illegale abortuspraktijk, waartegen de overheid vrijwel niet meer optrad. Ook de toenmalige kleine christelijke partijen waren ervan overtuigd dat hiervoor nieuwe wetgeving tot stand moest komen. SGP en GPV dienden zelfs een gezamenlijk initiatiefwetsvoorstel in. Dit werd verworpen, en de liberaal getinte Wet afbreking zwangerschap kwam tot stand.
Intrekking van deze wet zonder meer maakt abortus wel illegaal, maar betekent nog geen einde aan de toepassing ervan. Het kwaad zit dan ook niet in de eerste plaats in de geldende wet, maar in de bestaande abortuspraktijk, waarin het ongeboren kind rechteloos is.
Willen we het kwaad van de abortus werkelijk bestrijden, dan is het zaak aan te knopen bij deze praktijk. Ook voorstanders van het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw kan het toch niet onberoerd laten dat jaarlijks 33.000 ongeboren kinderen in de moederschoot worden gedood? Als het mogelijk is door veel betere en niet-vrijblijvende voorlichting en hulpverlening en door het aanbieden van alternatieven het aantal abortussen provocatus terug te dringen, dan zou dit een belangrijke stap in de goede richting betekenen. Wellicht kan zodoende ook een klimaat ontstaan waardoor er draagvlak komt voor wijziging van de wet.
Iets dergelijks moet ook mogelijk zijn met betrekking tot de euthanasiepraktijk. In het kader van een goede zorgverlening zijn er heel wat mogelijkheden om de vraag naar euthanasie te voorkomen. Maar die zorg moet dan ook wel aangeboden worden! Ook al kost dit de samenleving extra geld.
In de strijd tegen de prostitutie gaat het er eveneens niet in de eerste plaats om terug te keren naar het oude bordeelverbod. Dat verbod was al decennia een lege huls. De eerste zorg moet nu dan ook zijn te voorkomen dat vrouwen zich overgeven aan prostitutie en te zorgen dat prostituees geholpen worden om eruit te stappen en een nieuw leven te beginnen.
Ongebondenheid
Maar, zal misschien gevraagd worden, als de ChristenUnie zich hiervoor sterk maakt en niet primair inzet op intrekking van slechte wetgeving waartegen zij in het verleden met alle kracht gestreden heeft, betekent dit dan niet dat zij alsnog afstand neemt van haar verleden?
Het antwoord kan heel duidelijk zijn. Politici dragen verantwoordelijkheid in de situatie waarin God hun een taak geeft. In de jaren tachtig en negentig dreigde een politieke meerderheid wetten tot stand te brengen die direct ingingen tegen wat de Bijbel leert. Tegen die wetgeving was een duidelijk nee het noodzakelijke antwoord.
Nu is die wetgeving die het kwade toelaat van kracht, met alle gevolgen van dien. Het is nu de eerste verantwoordelijkheid van de overheid om de ongebondenheid van de mensen terug te dringen, zodat het kwade dat mogelijk is zo min mogelijk werkelijkheid wordt.
Als mede door deelneming van de ChristenUnie aan een kabinet deze koers zou worden ingeslagen, dan is er sprake van een keer ten goede waarvoor we dankbaar mogen zijn. Al blijft er daarna nog een lange weg te gaan. Voor nu komt het er echter op aan de koers te verleggen. Laten daarop onze gebeden gericht zijn.
De auteur is oud-Tweede Kamerlid voor het GPV.