Opinie

Jeugdhulpverlening begint bij aandacht voor ouders

Hulp zoek je als ouders niet zomaar, schrijft een lezeres die anoniem wil blijven. Haar ervaring met jeugdhulpverlening in het gezin was niet positief: „In plaats dat ik van de hulpverlener hulp kreeg, kreeg ik klappen.”

11 January 2007 09:20Gewijzigd op 14 November 2020 04:25

Deze week stonden er op deze pagina twee bijdragen over de jeugdhulpverlening. Het eerste artikel was van de hand van een orthopedagoog, het tweede van een bestuurder. Graag wil ik reageren, als móéder, omdat de artikelen me diep geraakt hebben.Ik zal niet uitweiden over wat wij als gezin hebben meegemaakt met de (jeugd)hulpverlening, die we overigens vrijwillig, zonder enig aanraden van wie dan ook, raadpleegden. Over het algemeen was deze ervaring een grote nachtmerrie.

Hulp zoek je als ouders niet zomaar. Vaak is er geen evenwicht meer tussen de draagkracht en de draaglast van de ouders, om wat voor reden dan ook. Kinderen kunnen een beperking hebben, ouders kunnen het misschien even psychisch niet aan. Er kan zo veel op onze levensweg komen. Als ouders zoek je dan steun, erkenning en -voor zover mogelijk is- ontlasting in de thuissituatie.

Daarom sneed de zinsnede uit het artikel van Albert de Korte (RD van maandag) mij door de ziel: „Als de draagkracht van ouders ontoereikend is, hebben zij de plicht te zoeken naar wegen waardoor de kinderen toch kind kunnen zijn.”

We hébben dit gedaan. Maar nog heb ik bij de herinnering aan die gesprekken een ontstellend zwaar gevoel op mijn borst. Want in plaats dat ik van de hulpverlener hulp kreeg, kreeg ik klappen. Ik was een slechte moeder, deed het helemaal verkeerd. Mijn draagkracht werd gaandeweg de gesprekken minder. Ik raakte uitgeput. En dat terwijl een moeder de spil van het gezin is, en het daarom van onschatbaar belang is dat ze de moed en energie heeft om voor haar gezin te zorgen!

Uiteindelijk ben ik zelf, buiten de jeugdhulpverlening om, gaan kijken wat ik voor ons gezin kon ’halen’. Ik vroeg slaapmedicatie en rustgevende middelen aan (inmiddels hard nodig door die ellendige gesprekken), ging een hele papierwinkel door voor het aanvragen van pgb’s (persoonsgebonden budgetten) en kocht hulp in. Allemaal zonder hulp van buitenaf, terwijl ik het verschillende malen aan de jeugdhulpverlener had voorgesteld. Het was zwaar, en ik deed het op mijn laatste krachten, maar het was de moeite waard.

Papierwinkel
Nu een vraag aan de heer De Korte: Wat als ouders wel hulp willen, maar die niet bij de jeugdhulpverlening krijgen? Wat als ze niet de weg weten in de papierwinkel, inmiddels te moe zijn om zich erin te verdiepen, of niet weten hoe ze formulieren moeten invullen? Is het uitzicht van deze ouders niet vrij hopeloos?

Een goede (jeugd)hulpverlener steekt niet het waarschuwende vingertje op, maar gaat naast de ouders zitten. Deze kijkt wat hij te bieden heeft om de ouders te steunen, hun draagkracht te vergroten. Deze helpt mee met formulieren invullen, deze laat zien dat hij meeleeft.

Ik heb sterk ervaren dat we een ’na-Savannagezin’ waren. Ik voelde een enorme angst bij de hulpverleners dat ze straks ook zo’n kwestie aan de broek zouden hebben. We werden gewoonweg niet geloofd! Daarom bij dezen een pleidooi om de hulpverlening vooral te laten insteken bij de ouders, en niet als eerste uit te gaan van (de rechten van) het kind.

Na een lijdensweg van tweeënhalf jaar kwamen wij bij een andere instelling terecht, die bewust probeert draagkracht en draaglast van de ouders in evenwicht te brengen. Wat was dat voor ons een verademing, na zo veel kritiek! We kregen van de hulpverleners complimenten, we werden gewaardeerd, er was oog voor de zorgzwaarte in ons gezin. Er werd ook praktisch meegedacht hoe we met bepaalde problemen zouden kunnen omgaan.

Christelijk principe
We zijn inmiddels alweer een tijdje ’hulpverleningsvrij’. Ik ben tot rust gekomen. Geen gesprekken meer die me onrustig maken en een stempel op mijn nachten zetten. De kinderen zijn ook rustiger geworden.

Beste meneer De Korte, ik durf geen enkele ouder meer aan te raden om naar de jeugdhulpverlening te stappen, of het moet zijn bij de instelling waar wij uiteindelijk terechtgekomen zijn. Ik gun die weg niemand.

En om aan te haken bij het stuk van Kees van Kranenburg (RD van gisteren) over dat hulpverlening bij een tijdig alarm begint: de intentie is goed, maar mogen daarbij ook de rechten van ouders gewaarborgd worden? Met hulpverleners die standaard ouders niet meer (willen) geloven, krijgen kinderen algauw een stempel dat ze in de gevarenzone zitten. En dan? Kinderbescherming? Daar is niemand bij gebaat.

Ik wil wel een beroep doen op iedereen om het christelijke principe meer te gaan hanteren om elkaar in de liefde te dienen en elkaars lasten te dragen. Waar elkaars lasten gedragen worden, wordt de draaglast voor ouders verminderd! Laat de (jeugd)hulpverlening in de christelijke gemeente beginnen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer