Met stip gestegen
Dat heb je als je aan een jubileumboek van de lagere school werkt. Je kijkt nauwelijks vooruit, maar denkt des te meer terug. Over ervaringen die vergaan zijn, maar vooral over ervaringen die zijn blijven hangen. Onuitwisbare indrukken hebben nagelaten. Je eigenlijk ongemerkt nog altijd bezighouden. Of je zelfs laten zijn wie je bent omdat ze je gevormd hebben. Er mag nog zo vaak geroepen worden dat je mag zijn wie je bent, maar dat is vaker theorie dan praktijk. Opvoeders hebben een bepaald stramien voor ogen en proberen je daaraan te laten voldoen. Precies zo. Niet anders.
Het wordt een gezellige avond als we in het verleden gaan graven. Veel praters komen aan bod en laten hun verhalen horen. De een nog humoristischer dan de ander. Het volgende voorval nog schrijnender dan het eerdere. We lachen wat af. We verbazen ons steeds opnieuw. In wat voor een tijd zijn we opgevoed? Bepaald geen tijd van vrijheid, maar een van hiërarchie. Als je ouders hoger op de maatschappelijke ladder stonden, had je het gemakkelijk. Dan lag je wat beter bij de leraar, kreeg je een voorrangspositie. Als je goed kon leren, dan hadden andersbegaafde leerlingen het nakijken. Want de leraar had een zacht plaatsje voor je. Als je na veel oefenen de stof niet beheerste, had je pech. Je deed de rest van je schooltijd voor spek en bonen mee.Die avond blijkt dat het lang geduurd heeft voordat dit systeem van gezagsverhoudingen en ongelijke posities afkalfde. En dat het soms nog moeilijk is om elk mens als uniek individu te zien, ook in het onderwijs. Alle adaptief onderwijs ten spijt, het geheel is vaker in beeld dan het individu.
Iemand brengt het gesprek op het prentenboek ”De stip” van Peter Reynolds. Het blijkt weer zo te zijn: „een schrijver spreekt over dingen die iedereen weet zonder zich ervan bewust te zijn” (citaat Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk). Soms bevindt de wijsheid zich in notendop binnen twee kaften. Dat is een ontdekking die altijd nieuw blijft. Kort de inhoud: Een lerares staat voor de klas en geeft haar leerlingen een tekenopdracht. Eén meisje, dat Floor heet, denkt dat ze niet kan tekenen en weigert om ook maar één vinger te verroeren. Haar lerares ziet het even aan en laat haar de tijd om zelf tot beslissingen te komen.
En dan wordt het heel stil, want wat doe je met iemand die denkt niet te kunnen tekenen? Hoe motiveer je iemand die denkt niet aan de eisen te kunnen voldoen?
Heel slim; aan het eind van de les zegt de lerares: „Zet gewoon een stip en kijk wat er dan gebeurt!” Recalcitrant pakt Floor haar stift en zet een grote stip. De lerares bekijkt de stip hmmend en vraagt Floor alleen nog om haar handtekening. Tot haar grote verbazing vindt Floor de volgende dag haar stip aan de muur in een gouden krulletjeslijst!
Het zaadje ontkiemt; Floor denkt dat ze die stip nog kan verbeteren. En een lange reeks stippenschilderijen is het gevolg van veel inspiratie, gevolgd door een grote variatie. Floor wordt de heldin van de school - iedereen vindt haar werk prachtig. Tijdens een expositie van haar werk bewondert een klein jongetje haar werk en hij spreekt zijn frustratie erover uit dat hij dit niveau nooit zal kunnen bereiken. Hij zegt nog geen rechte lijn langs zijn liniaal te kunnen trekken. Floor lacht en vraagt de jongen een lijn op een wit papier te zetten. „Mooi! Nu alleen nog even je naam eronder…”
Zó je kinderen, leerlingen en medemensen benaderen. Met gevoel voor eigen waarde. Voor eigen kunnen, al is het maar het zetten van een stip. Want ieder mens heeft zijn eigen mogelijkheden. En als je die ziet en erin gelooft, komt er wat moois. Want iedereen heeft zelfvertrouwen nodig om het ook weer door te kunnen geven.
”De stip” is verplichte kost. Voor iedereen. Omdat slopen zo veel gemakkelijker is dan opbouwen.