„In mijn ogen was het niet strafbaar wat ik deed. En het meisje vond het ook goed”, aldus de 34-jarige man. De Veenendaler zou in 2000 enkele malen een 13-jarig meisje uit Lienden hebben betast. Het kind en de ouders hebben besloten geen aanklacht tegen de man in te dienen. Het was de gezinsvoogd van het gezin die de zaak bij justitie aanhangig maakte. En dat is volgens de wet niet mogelijk.

De officier van justitie gaat nu bij de Raad van de Kinderbescherming informeren of die in dit geval aangifte zouden hebben gedaan. Besluit de raad geen aanklacht in te dienen tegen de Veenendaler, dan zal justitie de zaak niet voortzetten. Als de Raad voor de Kinderbescherming wel wil dat de 34-jarige wordt gestraft, komt er eerst een onderzoek naar de geestesgesteldheid van de verdachte. De raadsvrouw van de verdachte denkt namelijk dat haar cliënt verminderd toerekeningsvatbaar is.