Sjiitisch reveil verstoort fragiele balans Midden-Oosten
BAGDAD - Na jarenlange onderdrukking door de soennitische minderheid onder Saddam Hussein is de sjiitische meerderheid in Irak eindelijk aan de macht gekomen. Ook in Bahrein, waar hun meerderheid wordt geregeerd door een soennitisch koningshuis, en in Libanon, waar zij als grootste religieuze groepering meer macht opeisen, roeren sjiieten zich.
Sommige experts zien in inmiddels in het Midden-Oosten een boog ontstaan van landen waar sjiieten in de meerderheid zijn of een aanzienlijke minderheid vormen. Soennitisch-Arabische leiders in Jordanië en Saudi-Arabië zijn bevreesd voor de emancipatie van hun sjiitische minderheden, die kunnen rekenen op geestelijke, zo n(et daadwerkelijke steun vanuit het Perzische Iran.De sektarische verdeeldheid dateert van de periode na de dood van de profeet Mohammed in het jaar 632, toen de sjiieten een lid van de familie van de profeet als zijn opvolger aanwezen en de soennieten een goede vriend van Mohammed voordroegen. Het geschil leidde tot bloedige veldslagen, waarin de schoonzoon en kleinzonen van de profeet om het leven kwamen.
Verwijdering
De soennieten zijn verreweg in de meerderheid in de islamitische wereld, maar de sjiieten hebben in enkele cruciale staten een meerderheid of een belangrijke minderheidspositie, te weten Irak, Bahrein, Libanon en Saudi-Arabië. In al deze landen werden sjiieten in het verleden overheerst door soennieten, veelal als een erfenis van koloniale overheersing in het Ottomaanse Rijk en onder de Britten.
De door de Amerikaans-Britse inval bewerkstelligde emancipatie van de Iraakse sjiieten heeft hun geloofsgenoten in andere landen in het Midden-Oosten wakker geschud. Vali Nasr, een vooraanstaande deskundige, meent dat de regering-Bush een sjiitisch reveil heeft ontketend dat het sektarische evenwicht in Irak en het Midden-Oosten nog jarenlang zal verstoren.
De kloof tussen beide gezindten leek vier jaar geleden, toen de Amerikaanse generaals hun oorlogsplannen aan het Witte Huis voorlegden, nog gering. Vandaag de dag is die kloof schier onoverbrugbaar.
In Bahrein, een trouwe Amerikaanse bondgenoot, dreigen de spanningen tussen de sjiitische meerderheid en de regerende soennitische minderheid in een conflict te ontaarden. Velen vrezen dat de sjiitische onrust in het golfstaatje nadelige gevolgen zal hebben voor de bloeiende economie en zal overslaan naar Saudi-Arabië met zijn rijke olievelden.
In Irak praten velen nu openlijk over een verdeling langs sektarische lijnen, wat het einde zou betekenen van de Amerikaanse hoop op een krachtig, verenigd land.
In Libanon, dat een toonbeeld van democratie in het Midden-Oosten moest worden, heeft de oorlog tussen Israël en Hezbollah de positie van de sjiieten aanzienlijk versterkt en hun aanspraken op politieke invloed vergroot. Aangezien het delicate machtsevenwicht in het land danig is verstoord, wordt alom gevreesd voor een nieuwe burgeroorlog.
Verraders
Libanese sjiitische leiders ontkennen nadrukkelijk dat zij figureren in Iraanse plannen voor sjiitische overheersing van de regio, hoewel Hezbollah wordt gefinancierd door Iran en Hezbollahstrijders in dat land hun militaire training ondergaan. „Er zijn geen reële politieke omstandigheden, regionaal noch internationaal, die het mogelijk maken dat de sjiieten van deze regio kunnen worden geïntegreerd onder één enkele noemer of in één enkele staat”, zegt grootayatollah Mohammed Hussein Fadlallah, de hoogste Libanese sjiitische geestelijke.
Niettemin is er veel dat de 40 miljoen sjiieten binnen de 300 miljoen leden tellende Arabische gemeenschap bindt. Vooraanstaande ayatollahs, zoals de uit Irak afkomstige Fadlallah en de in Iran geboren Iraakse grootayatollah Ali al-Sistani, hebben volgelingen in landen van Libanon tot India. Veel sjiieten gaan op bedevaart om te offeren aan imams en heiligen in Iran, Irak en Syrië.
De ontwikkelingen in Irak worden nauwlettend in het oog gehouden. De Amerikaans-Britse invasie plaveide de weg voor een sjiitische emancipatie die onvermijdelijk een soennitische reactie opriep. Tienduizenden sjiieten en soennieten zijn omgekomen. Politici en geestelijken uit beide kampen zijn geliquideerd, moskeeën opgeblazen, pelgrims omgebracht en gewone Irakezen ontvoerd en wreed vermoord.
De voortvluchtige Al-Qaidaleider Osama bin Laden, een soenniet, heeft de Iraakse sjiitische leiders „verraders” genoemd en zijn volgelingen ertoe opgeroepen de macht in Irak te heroveren. Bagdad, eens een toonbeeld van religieuze verdraagzaamheid, is ontaard in een slagveld waarvan de frontlinies steeds scherper gemarkeerd worden.