Binnenland

Op het spoor opzij geslingerd

URK - „Ik kon geen kant op toen de trein aan kwam rijden”, zegt Arie van den Berg. De Urker kreeg twee weken geleden de schrik van zijn leven toen zijn auto op een spoorwegovergang werd geramd door een aanstormende trein.

Jacomijn Hoekman
5 January 2007 11:08Gewijzigd op 14 November 2020 04:24
LELYSTAD – Urker Arie van den Berg, hier op het treinstation in Lelystad, overleefde twee weken geleden een aanrijding met een trein in Naarden. „Er viel een auto stil voor me. Dat had mijn dood kunnen worden.” Foto Dick Vos
LELYSTAD – Urker Arie van den Berg, hier op het treinstation in Lelystad, overleefde twee weken geleden een aanrijding met een trein in Naarden. „Er viel een auto stil voor me. Dat had mijn dood kunnen worden.” Foto Dick Vos

De gebeurtenis staat in zijn geheugen gegrift. Op 19 december rond een uur of vijf ’s middags reed Van den Berg in zijn zilvergrijze Toyota Avensis Verso de dubbele spoorwegovergang op de Koningin Wilhelminalaan in Naarden over. Dat was de bedoeling tenminste. „Ik was bijna over het spoor toen een auto voor mij stilviel. Ik dacht nog: als er nu maar geen trein aankomt! Juist op dat moment gingen de bomen dicht. Je hebt dan zo’n zes of zeven seconden om te bedenken wat je gaat doen.”Driftig toeteren naar de auto voor hem om een metertje ruimte haalde niets uit. Naar rechts opschuiven was geen optie, omdat de auto achter Van den Berg snel langs hem heen was geschoven. Links was er ook geen ruimte: daar stond de gedaalde slagboom, met daarachter de tegenliggers. Van den Berg: „Voor zover ik kon inschatten, zou de trein rakelings langs mij heen gaan of mij net raken. Ik ben in de auto blijven zitten. Ik dacht: als ik uitstap word ik of onder de trein gezogen, of de auto valt op me door de klap.”

Van den Berg verbaast zich erover dat hij zo nuchter kon blijven nadenken. „Op dat moment beleefde ik het puur zakelijk. De politie zei achteraf tegen me: je had die auto voor je in z’n kont moeten rijden. Maar ik kon er alleen maar aan denken dat daar misschien wel kinderen achterin zaten.”

Dan ziet hij de intercity van Amersfoort naar Amsterdam rechts van hem naderen. Hij heeft nauwelijks tijd om nog ergens aan te denken. „Het ging allemaal zo snel, net een film. Ik werd met een gigantische klap opzij geslingerd.”

Van den Berg noemt het een wonder dat zijn auto niet is meegesleurd. De trein ramde de achterkant van de auto, waar na afloop weinig meer van over was. „Maar ik was allang blij dat ik heelhuids uit de auto kon stappen. Ik besefte toen nog nauwelijks wat er was gebeurd. De machinist moet op de dodemansknop hebben gedrukt, want ineens stonden er tien, twintig man aan brandweer- en ambulancepersoneel om me heen. Zelfs de traumahelikopter was gebeld. Ik dacht: wat moeten die mensen hier? Ik heb niks.”

De schrik kwam later. „Toen ik thuis was, drong het pas goed tot me door wat er had kunnen gebeuren. Je neemt afscheid van je collega’s en twee minuten later kun je er niet meer zijn. Ik heb God gedankt dat het nog zo is afgelopen.”

Reacties op de gebeurtenis kreeg hij op de plaats van het ongeluk nauwelijks. „De machinist is nog even naar me toegekomen toen de trein stilstond. Maar alle auto’s voor en naast me zijn gewoon doorgereden. Ook de auto die was stilgevallen. Heel asociaal eigenlijk. Ze moeten het wel hebben gehoord. Een omwonende vertelde me dat het een megaklap was.”

Volgens Van den Berg hebben de meeste omstanders waarschijnlijk gedacht dat hij al was uitgestapt en dat er dus niets aan de hand was. Dat is ook wat de kranten meldden.

„Het berichtje in het RD grapte ook nog dat ik was vergeten dat er op het spoor treinen konden rijden. Het ongeluk leek wel een lolletje, maar dat was het beslist niet. Ik heb er een dag of drie slecht van geslapen. Het bleef maar door mijn hoofd malen.”

Van den Berg krijgt een andere auto. „Technisch gezien had de auto nog wel gerepareerd kunnen worden, maar dat was zo duur dat ik beter een nieuwe kan kopen.” Met zijn nieuwe auto zal hij in ieder geval niet nog eens snel een spoor oversteken. „De volgende keer wacht ik tot alles vrij is. Je verwacht niet dat er een auto stilvalt voor je. Dat had mijn dood kunnen worden.”

Op zoek naar het verhaal achter opvallende berichtjes van het afgelopen jaar. Vandaag het achtste en laatste deel in een serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer